„Scholier die zich meldt, wordt ondervraagd als verdachte”
ROTTERDAM (ANP). Als een leerling vooraf examens heeft ingezien en zich meldt bij de politie wordt die in principe niet direct achter slot en grendel gezet. „Maar diegene wordt wel gehoord als verdachte”, licht een woordvoerster van het Openbaar Ministerie (OM) in Rotterdam donderdag toe.
Leerlingen cq verdachten die zich voor het weekend melden voor de zogeheten inkeerregeling waar staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs mee is gekomen, kunnen de examens overdoen. Wie na het weekend spijt krijgt, moet het hele examenjaar overdoen. Overigens geldt die regeling niet voor de eindexamenleerlingen van de Rotterdamse school Ibn Ghaldoun. Daar zijn 23 van de 24 gestolen examens ongeldig verklaard en die moeten sowieso opnieuw gemaakt worden.
Wat de politie doet als een scholier zich meldt die zich heeft schuldig gemaakt aan heling, is afhankelijk van allerlei omstandigheden. „Als het alleen gaat om heling van examens mag de verdachte in principe na verhoor weer naar huis”, zegt de woordvoerster van het OM.
Het wordt anders als de persoon meer strafbare feiten aangeeft of als diegene al een strafblad heeft. Dan wordt bekeken of de verdachte toch even moet worden vastgehouden.
Na verhoor beslist uiteindelijk de officier van justitie of vervolging wordt doorgezet en welke straf ze bij de rechter gaat eisen. De rechter bepaalt uiteindelijk of die straf ook daadwerkelijk wordt opgelegd. Welke straffen de verdachten riskeren, valt moeilijk te zeggen. Op heling staat een maximumstraf van 4 jaar, maar rechters zullen dat in deze gevallen waarschijnlijk niet opleggen. Ze kijken naar allerlei omstandigheden. Hoe groot is de omvang van de heling, wat zijn de persoonlijke omstandigheden van de verdachten en welke impact heeft het misdrijf gehad.
Nog anders ligt het bijvoorbeeld voor eventueel minderjarige verdachten die in beeld komen. Zij lijken eerder werkstraffen te krijgen, zegt een rechter. „Het uitgangspunt is de richtlijn die het OM heeft opgesteld. Van daaruit gaan we redeneren, plussen en minnen.”