De detailhandel verkocht in april 2,7 procent minder artikelen. Dat werd deels gecompenseerd door 2,1 procent hogere prijzen. De gunstigere samenstelling van de koopdagen had een positief effect van circa 1 procent. De cijfers ogen een stuk beter dan in maart, toen de winkelomzet nog met een herziene 5,2 procent afnam.

Vooral non-foodwinkels presteerden volgens het CBS „minder slecht” dan in de voorgaande maand, met een 1 procent lagere omzet en een volumekrimp van 3 procent. In maart namen de inkomsten in dat segment nog met bijna 12 procent af.

In sommige branches zijn mogelijk de traditionele voorjaarsaankopen iets later op gang gekomen door het koude weer in maart, aldus het CBS. De kledingbranche bijvoorbeeld wist de forse omzetdaling in maart om te buigen in een groei in april.

Winkels in voedings- en genotmiddelen beleefden minder plezier aan de maand april. De omzet nam met 1 procent toe, maar dat was geheel te danken aan hogere prijzen. Het volume daalde met 3 procent. Dat kwam mede doordat de paasinkopen dit jaar al in maart werden gedaan en vorig jaar vooral in april.