Zowel de orders voor woningen als bedrijfspanden lieten in april een lichte stijging zien. In de woningbouw steeg de werkvoorraad 0,2 maand naar 5,3 maanden, voor bedrijfspanden werd een stijging gemeten met 0,4 maand naar 5,4 maanden.

In maart was in beide sectoren nog sprake van een afname van de werkvoorraad ten opzichte van de voorgaande maand, waardoor het laagste niveau werd bereikt sinds de start van de metingen in 1986.

De stijging van de orderportefeuille voor woningen en bedrijfspanden in april is geen reden voor al te groot optimisme, want nog altijd is volgens het EIB sprake van historisch gezien zeer lage niveaus.

De stijging zorgde er wel voor dat de orderportefeuille in de hele bouw in april met 0,2 maand steeg naar 5,4 maanden. Van de grond-, water- en wegenbouw kwam het niet, want daar daalde de werkvoorraad met 0,1 maand naar 5,5 maanden.