Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur) tekent maandag in Luxemburg een overeenkomst met Duitsland en Oostenrijk om de proef mogelijk te maken. Ze ziet grote kansen om met technologie de doorstroming en veiligheid op wegen te verbeteren. Uiteindelijk zouden door de nieuwe technieken borden langs de weg zelfs niet meer nodig zijn, maar levert de auto alle informatie die de automobilist nodig heeft vanzelf aan. Dat moment ligt echter nog heel wat verder in de toekomst dan de proef tussen Rotterdam en Wenen.

Het grensoverschrijdende project is een eerste stap om de slimme technieken in heel Europa te gaan invoeren. Het werkt met een systeem van bakens, die signalen kunnen uitzenden naar de auto. Zo’n baken kan bijvoorbeeld zitten in pionnen op de weg of in de hesjes van een wegwerker. Op die manier weten automobilisten bijvoorbeeld waar er mensen op de weg staan en waar de weg smaller wordt.

In Nederland lopen al een aantal testen met auto’s die met elkaar of met de wegkant communiceren. Schultz zei eerder al dat ze die proeven grootschaliger wil gaan aanpakken. Later dit jaar zal ze aan de Tweede Kamer laten weten hoe ze dit samen met de auto-industrie, wegbeheerders en informatieleveranciers gaat doen.

„Met die slimme technieken kunnen we comfortabeler, veiliger en schoner reizen”, stelt Schultz. Ze ziet niet alleen voordelen voor wegbeheerders en automobilisten, maar ook voor de economie. Nederlandse vindingen kunnen namelijk in het buitenland worden toegepast, en dat kan veel geld opleveren.