Fotopuzzel levert gespreksstof op bij familie Benjert
De familie Benjert kon tijdens de eerste familiedag niet op de lauweren rusten. Elk familielid maakte deel uit van een team dat een fotopuzzel moest oplossen. Het idee komt van Rinus Benjert (60) uit Krimpen aan den IJssel: „Mijn moeder overleed in 2011, mijn vader stierf in 1998. Tot het overlijden van mijn moeder ontmoetten we elkaar in het ouderlijk huis in Goudswaard. We wonen ver van elkaar, van Enschede tot ’s-Gravenpolder. Daardoor zijn we nog zelden allemaal tegelijk bij elkaar. We hebben daarom begin vorig jaar de eerste familiedag gehouden in Krimpen aan den IJssel.”
Benjert mocht als oudste van vier broers en een zus de eerste dag organiseren. Er waren 34 mensen aanwezig. „Ik vind het ongezellig als gezinnen bij elkaar klitten en bedacht daarom een puzzel waarbij contact leggen, samenwerking en een actieve inzet nodig zijn. Daarvoor knipte ik een kopie van vier foto’s uit de beginjaren van het huwelijk van mijn ouders in acht stukken. De familie werd in vier teams verdeeld. De teamleden kwamen uit de diverse gezinnen en waren qua leeftijd evenredig over de groepen verdeeld. De twee baby’s keken vanuit een Maxi-Cosi toe.”
Iedereen kreeg van Benjert, die als spelleider fungeerde, een envelop met één puzzelstukje. De opdracht was de zeven bijpassende stukjes te vinden, die in het bezit waren van andere familieleden. Een complete foto bevatte op de achterkant een vraag over de afbeelding. De foto en het antwoord op de vraag moesten bij de spelleider ingeleverd worden.
De deelnemers waren daarna niet klaar. „Bij de volgende opdracht kreeg ieder een puzzelstukje en een vraag over de familiegeschiedenis, zoals: Bij welk kwartet heeft oma Benjert proefgezongen of: In welk kamp heeft opa Benjert in de Tweede Wereldoorlog gezeten? Een team dat het antwoord op een vraag niet wist, kon terecht bij een nicht. Zij fungeerde als ”fluisterpost” en gaf desgevraagd aanwijzingen. Het juiste antwoord leverde een cijfer op, terwijl achter op elk van de 32 puzzelstukjes in de tweede ronde een letter stond. Alle puzzelstukjes moesten op een groot vlak met cijfers gelegd worden. De complete puzzel leverde de vraag naar de verlovingsdatum van mijn ouders op. De jongste kleinkinderen bezaten sleutelstukjes voor het antwoord. Op die manier werden zij ook bij het spel betrokken.”
De familie was drie kwartier met het spel bezig. „Iedereen had contact met elkaar. Daarna hebben we doorgepraat over de familiegeschiedenis, met elkaar gegeten en ’s avonds dia’s bekeken van een reis die ik lang geleden met mijn ouders naar het Zwitserse Saas-Almagell maakte. De reacties op de puzzel waren erg positief. Dit idee is ook geschikt voor een uitje van bijvoorbeeld een zangvereniging. Voor de puzzel van de komende familiedag hoop ik te putten uit de jeugd van mijn broers en zus.”
Dit is het vijfde deel in een serie over familiedagen. Volgende week donderdag deel 6.
