Opinie

Levensbeschouwelijk onderwijs van groot belang

Levensbeschouwelijk onderwijs voor alle leerlingen is zeer gewenst en van groot belang voor de samenleving, stellen 
dr. Ina ter Avest en prof. dr. Siebren Miedema.

6 June 2013 20:14Gewijzigd op 15 November 2020 04:00

Vorige week werd bekend dat organisaties die humanistisch onderwijs en godsdienstonderwijs voor openbare basisscholen ontwikkelen, niet langer subsidie krijgen (RD 4-6). Sinds 2009 wordt dat onderwijs gesubsidieerd en moeten leerkrachten bevoegd zijn. Is dit minister Bussemakers uitwerking van het belang van zingeving op school waarover zij in haar lezing voor de Banning Werkgemeenschap op 25 mei sprak?

Wat tot nu toe ontbreekt in de commentaren op het besluit is een antwoord op de vraag wat dit betekent voor de leerlingen. Op welke manier wordt het recht van ouders gewaarborgd om hun kind op te voeden in de levensbeschouwing die voor hen richtinggevend is? Is er nagedacht over een van de rechten van het kind, namelijk het recht op levensbeschouwelijke vorming?

Als reactie op gevoelens van angst vanwege multiculturalisering en toename van diversiteit op godsdienstig gebied, is in 1985 het kennisgebied geestelijke stromingen ingevoerd. Leerlingen moeten zo objectief mogelijke informatie over in Nederland aanwezige godsdienstige en seculiere levensbeschouwingen krijgen aangeboden. Dit vak is verplicht voor alle leerlingen in het basisonderwijs.

Wat volgens ons daarnaast voor alle leerlingen gewenst is, is de reflectie over de betekenis van die verschillende overtuigingen voor de eigen zienswijze en het eigen handelen in de praktijk van alledag. Filosoof Alain de Botton wijst erop dat we dachten de verhalen uit godsdienstige tradities niet nodig te hebben. Verhalen uit de literatuur zouden voldoende zijn. Wat de literatuur echter niet vermag, en waarin de kracht ligt van de narratieve godsdienstige en seculiere tradities, is dat zij existentiële vragen stellen en voorbeelden aanreiken van zoektochten naar mogelijk antwoorden.

Van een leerkracht vraagt dat niet een dadendrang die gericht is op het oplossen van problematische verschillen maar een bewustzijn van het leven met z’n onoplosbare complexiteit, de wil om het verschil te laten zijn en het daarbij uit te kunnen houden. Mensen zijn in onze plurale samenleving ontworteld geraakt, losgeslagen en ontketend; zij kunnen niet meer schuilen onder een hemels baldakijn en moeten een ander houvast vinden.

Loslaten maakt echter ook dat je twee handen vrij hebt. Vrij om op zoek te gaan naar nieuwe ankerpunten. Daarom stellen wij voor om geestelijke stromingen en burgerschapsvorming met elkaar te verbinden. Geestelijke stromingen draagt bij aan de kennis over verschillende manieren waarop mensen in het leven staan en gaan. Zowel maatschappelijk gezien, als vanuit pedagogisch perspectief is het wenselijk dat er in ”burgerschapsvorming inclusief” ruimte gecreëerd wordt om te leren van die verschillen. Inclusieve burgerschapsvorming laat kinderen kennismaken met ”de ander”, overeenkomsten te herkennen en verschillen te erkennen, te oefenen in tolerantie en getolereerd worden, en al doende te leren samenleven.

In NRC Handelsblad van 31 mei geeft Michael Sandel aan dat het gezien de pluralisering van de samenleving noodzakelijk is dat we ons ervan bewust worden dat we verschillend denken over wat goed is, zowel in moreel, cultureel en spiritueel opzicht. „Omdat we bang zijn onze waarden aan anderen op te leggen, proberen we het publieke domein zo neutraal mogelijk te houden. We vragen anderen hun morele overtuigingen af te geven bij de deur voordat ze de publieke ruimte betreden. Dat is begrijpelijk, maar verkeerd, het publieke debat verschraalt erdoor. Het heeft ook tot gevolg dat de leegte die daardoor ontstaat gemakkelijk opgevuld kan worden door kleinzielige, intolerante overtuigingen van allerlei soorten fundamentalisten.”

Om dat te voorkomen, is levensbeschouwelijk onderwijs voor alle leerlingen op alle scholen gewenst. Financiële ondersteuning van dergelijk initiatieven is een samenlevingsbelang. Daarmee kan de overheid haar verantwoordelijkheid tonen bij de opvoeding van haar toekomstige burgers tot autonome personen; tot burgers die verschillende (al dan niet religieus geïnspireerde levensbeschouwelijke) samenlevingsalternatieven kunnen onderscheiden, op waarde schatten, en kunnen bepalen tot welk alternatief zij zich het meest aangetrokken voelen.

Wij vinden dat de overheid zich verantwoordelijk dient te voelen voor de voorbereiding van jongeren om met medeburgers van verschillende religieuze en seculiere levensbeschouwelijke achtergronden te leren samenleven. De overheid zou het tot haar taak moeten rekenen om er bij scholen op toe te zien dat in de burgerschapsvorming ook levensbeschouwelijke vorming van leerlingen aan bod komt. De overheid heeft er alle belang bij dat alle leerlingen zich ontwikkelen tot zelfstandige, solidaire burgers. Burgers die in onze multiculturele en multireligieuze samenleving in dialoog met ”de ander” een eigen kijk op levensbeschouwelijk samenleven kunnen ontwikkelen. Levensbeschouwelijk onderwijs in deze zin zou de overheid dus een voortdurende zorg moeten zijn.

De auteurs zijn verbonden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer