De bendes die zich hiermee bezig houden worden bovendien steeds professioneler en om nieuwe misdrijven te plegen hebben ze het vooral voorzien op dure Audi’s, BMW’s, Volvo’s en Range Rovers. Ook al tussen 2011 en 2012 zagen onderzoekers een stijging van diefstal van snelle auto’s. Die bedroeg toen 8 procent. De meest gestolen ‘jonge’ auto’s zijn de Volkswagens Golf en Polo, die naar het buitenland gaan of in onderdelen worden verkocht. De criminelen beschikken steeds vaker over geavanceerde hulpmiddelen om snelle auto’s buit te maken.

Dat stelt Bureau Beke in een donderdag gepubliceerd rapport in opdracht van Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc), de Nationale Politie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De schade door de diefstal van nieuwe auto’s bedroeg in 2012 meer dan 100 miljoen euro. Dat was een stijging van 56 procent en verzekeraars houden er rekening mee dat de schade dit jaar nog hoger uitvalt, vermoedelijk ergens tussen de 140 en 150 miljoen euro. De schade door diefstal van auto-onderdelen en -apparatuur ligt op ongeveer 350 miljoen euro. Het gaat dan bijvoorbeeld om navigatie, winterbanden, airbags, maar ook inbraakschade.

Het totale aantal gestolen voertuigen is de afgelopen paar jaar wel stabiel gebleken. Autodieven gingen er in 2012 met bijna 17.000 voertuigen vandoor. Dat was in 2000 nog bijna twee keer zo veel (ruim 32.000). De onderzoekers van Bureau Beke constateren wel dat gestolen voertuigen steeds minder vaak worden teruggevonden. Ongeveer 1 op de 3 auto’s wordt teruggevonden.

Volgens scheidend AVc-directeur Guus Wesselink speelt internet daarbij een grote rol. „Steeds meer gestolen auto’s krijgen een nieuwe identiteit en onderdelen worden verkocht. Autodieven beschikken over blanco kentekenplaten en apparatuur om zelf kentekenplaten te maken. Deze machines worden gestolen en de opsporing verloopt moeizaam. Dit is een zorgelijke ontwikkeling.”