Halverwege de handelsdag noteerde de Dow-Jonesindex 1,1 procent lager op 15.013,64 punten. De S&P 500-index daalde 1 procent tot 1615,17 punten en de Nasdaq moest 0,9 procent terug tot 3413,55 punten.

„De stemming op de beursvloeren laat zich het best omschrijven als schichtig”, aldus een handelaar. „Iedereen wil het punt bereiken dat de Amerikaanse economie op eigen benen kan staan, zonder steun van de Fed.” De centrale bank pompt geld in de economie door maandelijks voor 85 miljard dollar obligaties op te kopen.

President Ben Bernanke van de Fed heeft altijd gezegd dat de steun kan worden afgebouwd als de situatie op de banenmarkt verbetert. De arbeidsmarkt ontwikkelt zich echter met ups en downs. Woensdag maakte salarisstrookverwerker ADP bekend dat het Amerikaanse bedrijfsleven in mei 135.000 banen heeft gecreëerd, waar economen rekenden op 165.000 nieuwe arbeidsplaatsen. Vrijdag komt de Amerikaanse overheid met cijfers over de banengroei, exclusief de agrarische sector, in mei. Economen gaan in doorsnee uit van een aanwas van 178.000 banen.

Woensdag werd ook een tegenvallende groei van het aantal fabrieksorders in april bekendgemaakt. De orderontvangst nam met 1 procent toe, waar marktkenners rekenden op een stijging van 1,5 procent.

Huizenbouwers behoorden tot de sterkste dalers, met verlies tot 3 procent voor Toll Brothers en D.R. Horton. Home Depot, ’s werelds grootste doe-het-zelfketen, leverde 2 procent in en stond daarmee onder in de Dow.

Apple daalde 0,7 procent nadat de handelscommissie van de Verenigde Staten had geoordeeld dat het technologieconcern patenten van zijn Zuid-Koreaanse rivaal Samsung heeft geschonden.