De organisaties, uiteenlopend van overheden tot belangenorganisaties van bedrijfsleven, natuur- en milieuverenigingen en vakbonden, willen niet alleen een uitbreiding van de Rotterdamse haven. Ze vragen ook om aanleg van 750 hectare nieuw natuur- en recreatiegebied en verschillende leefbaarheidsprojecten in Rotterdam.

Het Rijk moet binnenkort een beslissing nemen over de uitvoering van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR). De noodzakelijke procedures zijn doorlopen, maar Rotterdam en de overheid moeten het nog eens worden over de financiering. De kosten voor de Tweede Maasvlakte zijn geraamd op 2,3 miljard euro.

Rotterdam heeft, met het oog op de economische dip, een goedkoper ontwerp gemaakt, zonder eigen haveningang. De betrokken organisaties hopen dat het Rijk de aanleg van een nieuwe zeedijk (600 miljoen euro) betaalt.

Het kabinet wacht eerst de berekeningen van het Centraal Planbureau af over het aangepaste ontwerp, die op 21 november verschijnen. Volgens het gemeentelijk havenbedrijf in Rotterdam moet er wel snel duidelijkheid komen over de aanleg.

„De inrichting van de Eerste Maasvlakte hangt ermee samen”, zegt woordvoerder S. Poppe. „In het aangepaste ontwerp is bijvoorbeeld voorzien in een verlegging van de doorsteek bij de Yangtsehaven. De bedrijven die daar gevestigd zijn, willen ook weten waar ze aan toe zijn.”

Ook de natuur- en milieuhoek pleit voor snelle besluitvorming. Voor de inrichting van recreatiegebieden boven de Rhoonse Grienden (600 hectare) en aan de noordrand van Rotterdam (100 tot 150 hectare) moeten de eerste stappen worden gezet, zegt A. Stekelenburg van de Zuid-Hollandse Milieufederatie. „De uitvoering kan in fasen, maar als we nu niet met grondaankopen beginnen, wordt het alleen maar duurder.”

Volgens Opstelten versterkt het PMR-plan zowel milieu als economie. Hij kwalificeerde de samenwerking van de ondertekenaars van de pleitbrief als een groen poldermodel. „De onderdelen hangen nauw met elkaar samen”, vindt ook Stekelenburg. „Wij willen niet extra ruimte voor een soort natuurreservaat, maar als een duidelijke verbetering van het woon- en leefklimaat.”