Leerling Rehobothschool Kootwijkerbroek blijft graag over op school
KOOTWIJKERBROEK. Tussenschoolse opvang op de basisschool heeft een negatieve invloed op kinderen. Dat stelt een op de vijf leerkrachten in een donderdag verschenen onderzoek van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS). In Kootwijkerbroek lijken leerlingen van de Rehobothschool niet te lijden onder het overblijven.
„Leerlingen uit mijn klas willen niets liever”, zegt juf Janneke van Es, die groep 4 onder haar hoede heeft. „Bijna alle kinderen blijven tussen de middag over. We maken er vaak een gezellige maaltijd van en doen lekker gek met elkaar. Het is echt een moment waarop ruimte is voor spontane contacten in de klas. Tijdens de lessen komt het daar meestal niet van.”
Haar collega Janny Bos denkt er net zo over. In haar klas, groep 1, gaan slechts 3 van de 27 leerlingen tussen de middag naar huis. Larissa, een leerlinge uit een van de omliggende dorpen, eet ook het liefst op school. Maar eerlijk is eerlijk: ze heeft geen keus. Zij moet te lang fietsen om thuis te kunnen eten. Samen met haar klasgenootjes zit ze in een grote kring. De kleuters hebben een bont scala aan brooddozen en bekers op schoot. Een enkeling eet brood uit een zakje.
Ook in de bovenbouw blijft vrijwel iedereen over op school. Geesje ten Broeke, die lesgeeft in groep 7 en 8, vindt het niet erg om ’s morgens na afloop van de lessen haar klas op te vangen. „Je moet tóch eten”, zegt ze laconiek. Een enkele keer neemt ze een klas van een collega erbij, maar dan is het erg vol en zijn de leerlingen druk. „Het liefst houd ik het daarom bij mijn eigen groep”, aldus Ten Broeke.
Lang duurt de lunch niet. „Om 12.00 uur begint de middagpauze”, zegt directeur Knapen. „Na een kwartier heeft het grootste deel van de kinderen de boterhammen wel op. Meestal besluit de meester of juf de maaltijd om 12.15 uur, waarna de leerlingen langzaam naar buiten druppelen.”
Hoe heeft uw school de tussenschoolse opvang geregeld?
„Onze school telt ruim 600 leerlingen. Wij organiseren de overblijf zelf, maar schakelen daarbij wel de hulp van ouders in. Wij hebben een poule van ouders die eens in de paar weken drie kwartier pleinwacht voor hun rekening nemen. Onze school heeft drie pleinen, dus komt deze klus regelmatig terug. Per plein houdt een ouder met een leerkracht een oogje in het zeil.”
Hoeveel leerlingen blijven er tussen de middag over?
„Wij zijn gedeeltelijk een streekschool. Leerlingen komen ook uit omliggende dorpen als Garderen, Voorthuizen, Kootwijk en Stroe. Alleen kinderen uit de kern Kootwijkerbroek eten thuis, maar lang niet allemaal. Per klas gaat hooguit een handjevol kinderen tussen de middag naar huis.”
Moeten ouders meebetalen aan het overblijven?
„Het salaris van de leerkrachten is gebaseerd op 1659 uur per jaar. Ruim 900 uur daarvan gaat op aan daadwerkelijk lesgeven. De overige tijd zit in onder andere lesvoorbereiding, nakijken en pleinwacht. Het kost ouders dus niets om hun kroost tussen de middag te laten overblijven.”
Ontvangt u subsidie?
„Omdat wij alleen gebruikmaken van vrijwilligers, komen we daarvoor niet in aanmerking.”
Evaluatie opvang op school
Ongeveer 45 procent van de leerlingen maakt gebruik van het overblijven op school.
Basisscholen met minder dan 200 leerlingen organiseren de middagpauze vaker zelf dan scholen boven de 500 leerlingen.
Bijna iedere basisschool organiseert het overblijven voor alle groepen hetzelfde.
Ongeveer 60 procent van alle basisscholen doet een beroep op ouders voor de middagpauze.
Driekwart van de ouders betaalt ongeveer 1,90 euro vergoeding per middag voor overblijven op school.
Bijna 40 procent van de schoolleiders weet niet dat ze een subsidie kunnen ontvangen voor het overblijven.