Servië vrijwel ‘vrijgesproken’ inzake Bosnië
DEN HAAG (ANP). Volgens de aanklagers van het Joegoslavië-Tribunaal was de politieke en militaire leiding in Belgrado betrokken bij de genocide van Srebrenica en andere oorlogsmisdaden in buurlanden Bosnië en Kroatië. Met de vrijspraak van Stanisic en Simatovic donderdag blijft daarvan qua veroordelingen niets over.
Oud-president Slobodan Milosevic van Servië overleed in 2006 tijdens het vijfde jaar van zijn marathonproces, voordat de rechters uitspraak konden doen. Zijn legerleider Momcilo Perisic, die onder meer was aangeklaagd wegens zijn betrokkenheid bij ‘Srebrenica’, werd in 2011 weliswaar tot 27 jaar cel veroordeeld. Zijn hoger beroep eindigde echter in februari dit jaar met vrijspraak. Donderdag is ook de top van de Servische geheime diensten, eveneens aangeklaagd voor onder meer het Srebrenica-dossier, vrijgesproken.
Later dit jaar volgt de uitspraak tegen de voormalige Servische vicepremier Vojislav Seselj. Gelet op de jurisprudentie in eerdere vonnissen achtten waarnemers ook in zijn geval vrijspraak waarschijnlijk. Als enige link tussen Belgrado en oorlogsmisdaden in Bosnië en Kroatië blijft dan Vukovar over. Officieren van het Joegoslavische Volksleger, dat door Serviërs werd gedomineerd, zijn veroordeeld voor betrokkenheid bij misdaden na de val van die Kroatische stad in 1991. Daarbij ging het echter om lokale gebeurtenissen, los van de leiding in Belgrado.