Commentaar: Midden-Oosten voedt reputatie als kruitvat van de wereld
Het is een beproefde truc. Zodra de binnenlandse problemen je boven het hoofd groeien, verleg je de aandacht naar buiten de grenzen. Succes in de meeste gevallen gegarandeerd. Zeker als het om Israël gaat.
Dat weet ook de Syrische president Bashar al-Assad. Door de opheffing van het Europese wapenembargo dreigt de burgeroorlog in het Arabische land mogelijk een andere wending te nemen. Ook de op stapel staande grootschalige internationale legeroefening in buurland Jordanië is een niet mis te verstaan signaal dat het regime in Damascus op zijn schreden moet terugkeren.
De troepen van Assad leken de afgelopen dagen op diverse plaatsen aan de winnende hand, al dan niet door de vermeende inzet van chemische wapens. De toenemende internationale druk op de Syrische regering heeft het moreel van de rebellen echter weer een flinke oppepper gegeven.
Dus probeert Assad Israël bij het conflict te betrekken. In een interview met het televisiestation van de Libanese terreurbeweging Hezbollah dat vanavond wordt uitgezonden, vertelt de Syrische president dat zijn land de eerste levering van geavanceerde Russische S-300-luchtdoelraketten heeft ontvangen.
En passant herhaalde het staatshoofd het dreigement dat zijn minister van Buitenlandse Zaken al eerder uitte. „Syrië zal elke Israëlische aanval direct vergelden.” En, niet te vergeten: Syrië zal gewapende groepen die de Golanhoogvlakte op Israël willen heroveren geen strobreed in de weg leggen. Waarvan akte.
Natuurlijk houdt Israël de situatie in Syrië nauwlettend in de gaten. Maar Jeruzalem is inmiddels ook wel aan de retoriek van het Midden-Oosten gewend. Als deze S-300-raketten in Syrië aankomen, „weten wij wat we moeten doen”, verklaarde minister van Defensie Ya’alon deze week op nuchtere toon.
Dat heeft Israël al eerder bewezen. Toen geavanceerde Iraanse raketten in handen van Hezbollah dreigden te komen, kwamen Israëlische gevechtsvliegtuigen met dodelijke precisie in actie. Israël heeft zijn rode lijnen, en bewaakt die uiterst zorgvuldig.
De nuchtere toon van minister Ya’alon mag dan te verkiezen zijn boven de verhitte retoriek vanuit Syrië, feit blijft dat de spanningen in de regio met de dag toenemen. En daarmee de kans dat Israël verder betrokken raakt bij de oorlog in Syrië.
Die oorlog staat niet op zichzelf. Duizenden strijders van de Libanese Hezbollah vechten momenteel in Syrië en voeden daarmee de verdeeldheid in Libanon. Extremistische jihadisten bekampen het regime van Assad. In Irak ontploft momenteel de ene autobom na de andere, in de verbitterde confrontatie tussen sjiieten en soennieten die zich ook in Syrië en elders in de regio aftekent.
Kortom, het Midden-Oosten laat zijn reputatie als kruitvat van de wereld opnieuw alleszins gelden. Het wachten is op de lont die de hele boel in vuur en vlam zet. In dat geval zal Israël zeker niet buiten schot blijven. In de meest letterlijke zin van het woord.