Democraten slikken medicijn Tocqueville niet
Religie is hét wondermiddel tegen democratische ziektes, aldus de negentiende-eeuwse Franse politiek filosoof Tocqueville. Maar wat als de patiënt weigert het medicijn te slikken? „Een dergelijke toestand bereidt de burgers voor op horigheid.”
Voorspellen is moeilijk, vooral als het de toekomst betreft. Dat oude Chinese gezegde blijkt nog altijd waar. Toch zijn er af en toe mensen die haarscherp uittekenen wat ons te wachten staat.
Tocqueville was zo iemand. Op basis van een rondreis door de Verenigde Staten schetste hij in zijn boek ”Over de democratie in Amerika” (1835) de ontwikkelingsgang van democratieën, wees hij op gevaarlijke ontwikkelingen en reikte hij daarvoor oplossingen aan. Een „profeet van de moderne democratie” wordt hij daarom genoemd in de titel van een recent uitgegeven bundel politiek-filosofische essays over zijn persoon en gedachtegoed.
Tirannie
Met democratisering en toenemende gelijkheid hangt onvermijdelijk samen dat materialisme, individualisme en tirannie van de meerderheid opbloeien, aldus Tocqueville. Mits mensen religieus blijven. Want religie wekt „tegengestelde instincten” op: godsdienst beschermt tegen overmatige gelijkheidsdrang, zorgt voor maatschappelijke cohesie en solidariteit en voorkomt platte hebzucht.
Zelfs de „meest valse en gevaarlijke religies doen dat”, aldus Tocqueville – al gaat zijn voorkeur uit naar het christendom, meer specifiek het rooms-katholicisme.
Politici en bestuurders doen er daarom volgens de Franse denker goed aan hun onderdanen vooral religieus te houden.
De meeste democraten (D66 voorop) weigeren echter Tocquevilles wondermiddel tegen democratische tekortkomingen te slikken. Logisch, aldus de hedendaagse Franse filosoof Marcel Gauchet, die wordt aangehaald in de essaybundel over Tocqueville. De individuen die een democratie vormen, bevinden zich volgens hem in een „eeuwige evolutie van heteronomie naar autonomie.”
Of, om het anders te formuleren: sinds de mens zichzelf tijdens de val in het paradijs op de troon heeft gezet, beweegt hij zich steeds verder bij God vandaan. Die trend zet, als mensen niet tot bekering komen, door tot Christus’ wederkomst.
Voorland
Daarom zullen, alle raadgevingen van Tocqueville ten spijt, de Europeanen waartoe hij zich richtte, niet het voorbeeld volgen van de Verenigde Staten, waar de christelijke religie nog veel invloed uitoefent. Gauchet concludeert zelfs in een van zijn boeken dat de huidige geseculariseerde toestand in Europa het voorland is van de Verenigde Staten.
En wat staat ons Europeanen –en uiteindelijk de Amerikanen– te wachten? De „profeet” Tocqueville was daar helder over in ”Over de democratie in Amerika”: „Wanneer de religie bij een volk wordt vernietigd, maakt de twijfel zich meester van de hoogste delen van het intellect en verlamt alle anderen voor de helft. (…) Een dergelijke toestand (…) bereidt de burgers voor op horigheid. Dan laten zij zich hun vrijheid niet alleen afnemen, maar geven zij die dikwijls zelf op.”
Gevreesd moet worden dat „mensen zich elke dag onophoudelijk aan hun grillen overgeven, en dat zij, door volledig af te zien van het verkrijgen van wat alleen met langdurige inspanningen te verwerven valt, niets groots, vreedzaams en duurzaams tot stand zullen brengen.”
Intellectueel gereedschap
Wijze lessen vallen er dus te trekken uit het werk van Tocqueville. Hij „levert ons intellectueel gereedschap waarmee we vandaag de dag aan de slag kunnen”, aldus uitgeverij Lemniscaat in een persbericht bij de bundel.
Het boek ”Tocqueville, profeet van de moderne democratie” –de allereerste in zijn soort in het Nederlands taalgebied– zoomt vanuit tal van disciplines op de Franse politiek filosoof in: vanuit bijvoorbeeld de sociologie, de filosofie, de politicologie en de geschiedenis.
De essays gaan onder meer over de afbouw van de verzorgingsstaat, democratie en religie en vrijheid en menselijke waardigheid. Ze zijn geschreven door deskundigen als Luk Sanders (docent wijsbegeerte aan de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven), Jean Marc Piret (verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel), Willem Witteveen (hoogleraar rechtsgeleerdheid van Tilburg University) en Andreas Kinneging (hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden).
Alle veertien hoofdstukken –hoe uiteenlopend de invalshoeken ook zijn– wijzen één richting op: Tocqueville zelf ter hand nemen. Of, om het met de oude reformatoren en renaissancisten te zeggen: ”Ad fontes”, (terug) naar de bron(nen).
Boekgegevens
”Tocqueville, profeet van de moderne democratie”, Andreas Kinneging, Paul de Hert en Stefan Somers (red.); uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2013; ISBN 978 90 477 0451 5; 348 blz.; € 29,50.