Opinie

Na dood van Ruben en Julian volgt meteen klopjacht op zondebok

Terwijl half Nederland nog zat bij te komen van de schok na de vondst van de dode lichamen van Ruben en Julian wierpen commentatoren en politici de vraag op hoe dit had kunnen gebeuren. Voorlopig wijst alles erop dat de broertjes op gruwelijke wijze door hun gemankeerde vader om het leven zijn gebracht, maar dat is de criticasters te mager. Er moet een schuldige aangewezen worden. Bloed aan de paal. Waar is de zondebok?

Jan van Klinken
27 May 2013 12:02Gewijzigd op 15 November 2020 03:47
Foto ANP
Foto ANP

Als het even kan, wordt in zo’n geval de positie van een Haagse bewindsman of -vrouw ter discussie gesteld. Alleen al door bij voorbaat op diens graf te dansen, geldt hij of zij als aangeschoten wild. Tsja, zo iemand kun je dan toch met goed fatsoen niet meer handhaven. Profetie die zichzelf vervult, noemen de Engelsen dat.

In het geval van de Zeister broertjes lukte het tot nu toe niet om de aandacht naar Den Haag te verleggen. Maar daarom niet getreurd. Had NRC niet ontdekt dat er maar liefst tien instanties betrokken waren bij de vechtscheiding tussen de ouders van de jongens? Dan zouden er vast fouten zijn gemaakt. En ja hoor, wat riep De Telegraaf zijn lezers dinsdagmorgen vanaf de voorpagina bijna triomfantelijk toe: ”Onderzoek naar falen jeugdzorg”. Gelukkig, Barbertje kon hangen. Dat jeugdzorg zich in zulke situaties vaak in een zeer netelig parket bevindt vanwege de manipulaties van wraakzuchtige moeders en getergde vaders (of andersom), werd er niet bij verteld.

Het valt niet moeilijk te voorspellen hoe het verder gaat: maandenlange onderzoeken, lijvige rapporten en een waslijst aan aanbevelingen. Dan nog een Kamerdebat, misschien wel een motie van wantrouwen en we kunnen als land weer verder, de illusie rijker dat we het gevaar voor herhaling van zo’n vreselijke tragedie toch maar mooi hebben bezworen.

Gelukkig doet niet iedereen aan dit populaire ritueel mee, zo stelde ik onlangs met genoegen vast tijdens een bijeenkomst van het Conservatief Café. Daar sprak Mona Keijzer, de belofte van het CDA. Zij bleek niets te moeten hebben van dat hijgerige gedoe om alles in regels te vangen. Ze verwees naar het onderzoek in de zaak-Robert M., de inmiddels veroordeelde pedofiel die in Amsterdamse kinderdagverblijven tientallen kinderen heeft misbruikt. De commissie die onderzoek deed, kwam met meer dan zestig aanbevelingen.

Zo gaat het iedere keer. Pas nog naar aanleiding van de veldslag in Haren. Al die aanbevelingen zorgen voor steeds weer nieuwe bureaucratische monsters. Het in stand houden daarvan kost bakken met geld, maar dat mag geen beletsel vormen. Die centen worden dan gewoon ergens anders weggehaald. Bij de thuiszorg bijvoorbeeld, waardoor ouderen volgens de gemeente Amsterdam straks alleen nog hulp dreigen te krijgen als ze 85+ zijn.

En zouden die papieren tijgers van de onderzoekscommissies de risico’s tot vrijwel nul reduceren, dan was er nog wel wat voor te zeggen. Maar steeds blijkt de werkelijkheid weerbarstiger dan commissies met hun rapporten konden bedenken. „We zullen moeten accepteren dat er af en toe iets misgaat”, zei Mona Keijzer, die –waarvoor hulde– weigerde mee te huilen met al die wolven in het bos.

Het lijkt wel of we dat steeds moeilijker kunnen: aanvaarden dat we in een gebroken wereld leven. De samenleving moet ogen als een aangeharkt tuintje, desnoods met behulp van een regenwoud aan protocollen en een leger aan toezichthouders. Wat we evenwel nodig hebben, zijn bestuurders die het lef hebben te vertellen dat we niet in sprookjes moeten geloven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer