Opinie

Commentaar: Werkdruk in onderwijs stijgt door dalend aantal leraren

De werkdruk in het onderwijs is hoog. Al jaren. Alle relativerende verhalen over leraren met tien weken vakantie per jaar ten spijt. De werkdruk stijgt verder doordat er dit schooljaar ruim 8500 fulltimebanen minder zijn in het basis- en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroeps­onderwijs. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Onderwijs.

Hoofdredactioneel commentaar
24 May 2013 10:19Gewijzigd op 15 November 2020 03:44
beeld ANP
beeld ANP

Weliswaar daalt het leerlingenaantal in het basis­onderwijs, maar het aantal leraren loopt verhoudingsgewijs veel harder terug. In het voortgezet onderwijs stijgt het aantal leerlingen, zodat er in die sector zelfs sprake is van een tegengestelde beweging: meer leerlingen, minder leraren. Iedereen kan bedenken dat de kwaliteit van het onderwijs hierdoor onder druk komt te staan.

De werkgelegenheid in het onderwijs is een complexe kwestie vanwege grote schommelingen. Er waren in de achterliggende 20, 25 jaar perioden met een schreeuwend tekort aan leraren. Speciale campagnes stimuleerden jongeren voor de pabo of een lerarenopleiding te kiezen. Schoolbesturen belden studenten met de vraag of ze na hun afstuderen op hun school wilden komen werken. Er waren echter ook perioden waarin veel jongeren na hun opleiding geen baan in het onderwijs konden vinden en uitweken naar andere sectoren of doorstudeerden.

De kwestie is nog ingewikkelder geworden sinds ook scholen moeten bezuinigen. De gevolgen laten zich zien. Duizenden banen minder, terwijl het leerlingenaantal, afhankelijk van de onderwijssector, iets terugloopt of juist stijgt. Dat betekent vollere klassen en nog meer werkdruk. Deze beweging staat in schril contrast met de tijd dat er juist aan klassenverkleining werd gedaan. Meer handen voor de klas, was toen het motto. Het fenomeen onderwijsassistent deed z’n intrede. Er was geld en scholen staken het met veel voldoening in extra personeel. Die tijd ligt achter ons.

De huidige trend, minder werkgelegenheid in het onderwijs, is al even aan de gang. Sinds het schooljaar 2009/2010 zijn er in het basis- en voortgezet onderwijs in totaal 17.000 fulltimebanen geschrapt. De vraag dringt zich op hoelang dit door kan gaan. Nederland wil internationaal gezien tot de top vijf van beste onderwijslanden behoren. Die ambitie staat op gespannen voet met het krimpend personeelsbestand.

Dat er ook in het onderwijs bezuinigd moet worden, zal niemand betwisten. Geen enkele sector ontkomt daaraan als gevolg van de financiële crisis. De opdracht om de broekriem aan te halen, stelt scholen wel voor moeilijke vragen: Waarin gaan we snoeien? Sinds de invoering van de lumpsum­financiering hebben scholen een grotere vrijheid om eigen (financiële) keuzes te maken. Dat is winst.

Het is echter te simpel gesteld dat scholen dan maar zo veel mogelijk geld in personeel moeten steken. Kleinere klassen leiden niet per definitie tot beter onderwijs. Ook de kwaliteit van de lesmethodes, om maar iets te noemen, is van invloed. Het komt er meer dan ooit op aan dat scholen slimme keuzes maken om met een slinkend budget het maximale rendement te bereiken. De leerlingen zijn het waard.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer