Verlaging kilometervergoeding gaat veel geld kosten
Het is geen onderwerp om meteen het Binnenhof voor te gaan bezetten. Maar als de voorgenomen verlaging van de kilometervergoeding voor zakelijk gebruik van de privé-auto doorgaat, hakt dat er bij veel mensen flink in. ANWB-hoofddirecteur Van Woerkom: „Financiën bedenkt dingen zonder zich af te vragen wat de gedragsgevolgen ervan zijn. Zo maak je zigzagbeleid.”
De begrotingsbehandeling van Verkeer en Waterstaat staat op de agenda voor half november. Een van de heikele onderwerpen is de verlaging van de onbelaste kilometervergoeding die privé-rijders van hun baas krijgen als ze hun auto zakelijk inzetten. Op dit moment is die vergoeding 28 eurocent per kilometer. De meeste werkgevers volgen de richtlijn.
Mensen die denken dat ze geld verdienen door kilometers te maken voor de baas, vergissen zich, aldus de ANWB. „Die 28 cent is een bijdrage in de werkelijke kosten”, zegt G. van Woerkom. Een Peugeot 307 1.4 3-d XR met een nieuwwaarde van 16.950 euro komt -in geval van 50 procent no-claimkorting, vier gebruiksjaren en 16.000 kilometer per jaar- op 38,8 eurocent per kilometer, voor wie eerlijk rekent. Een Ford Focus 2.0 16V Trend 5-d wagon van 22.950 euro kost onder dezelfde condities 51,3 eurocent, een Volvo V70 2.4D 96 5-d wagon 66,6 cent. De bijdrage van 28 eurocent is wel meegenomen, omdat daarmee behalve de brandstof ook een deel van de vaste lasten is vergoed.
Bijtelling
Het ministerie van Financiën wilde af van de enkele jaren geleden ingewikkeld gemaakte administratie voor lease-auto’s. „De bijtelling wordt uniform 20 procent, en voor veel leaserijders nemen de variabele kosten flink af. Omdat de operatie „budgettair neutraal” diende te zijn, wordt het overgrote deel van de lastenverlichting voor de leasemarkt (540 miljoen euro) gefinancierd door lastenverzwaring voor de privé-rijders (375 miljoen). Afschaffing van de stimuleringsregeling voor laagzwavelige diesel (vrachtverkeer) levert nog eens 175 miljoen euro op.
Als het aan Balkenende II ligt, gaat de onbelaste vergoeding van 28 naar 17 eurocent. Tegenover de (in doorsnee) bevoordeling van 527.000 leaserijders staat een benadeling van 2,4 miljoen privé-autogebruikers, becijfert de ANWB. „We krijgen veel reacties van onze leden. Begrijpelijk, want juist een kwetsbaarder sector wordt zwaar getroffen”, zegt Van Woerkom. Als voorbeeld noemt hij de zorg. „Moet een wijkverpleegster voor dit bedrag langs de deuren? Dat kan nooit uit.”
Dat werkgevers de 17 cent op zullen hogen tot de huidige 28, gelooft hij niet, want door brutering kan elke kilometer de baas dan 45 cent gaan kosten. Dat zou een grote lastenverzwaring betekenen op een moment dat bedrijven daar niet op zitten te wachten. „Werkgevers zijn zeker ook niet van plan ruig te doen en hun werknemers dan maar een lease-auto te geven, want dat kost ze ook veel geld.”
Slechte kanten
Wil de ANWB zijn adagium van ”betaalbare mobiliteit” inhoud geven, dan zal hij alles in het werk moeten stellen om het kabinetsplan van tafel of bijgesteld te krijgen. Van Woerkom zegt dat stellig van plan te zijn. „Er zitten goede elementen in de plannen, bijvoorbeeld dat ook het fietsen naar het werk als woon-werkverkeer geldt en daarom vergoed mag worden. Maar de slechte kanten gaan we met klem onder de aandacht van de regeringspartijen brengen.”
Het foute in het voorgestelde beleid zit hem vooral in het ruw doorkruisen van bestaande patronen. „Mensen gaan heel zorgvuldig om met hun vervoer, berekenen netjes hoe ze zo voordelig mogelijk uit kunnen zijn. De tweede auto, vaak van de vrouw des huizes, kunnen ze toch niet zomaar weg doen? Dan gaat straks iedereen met de grote lease-auto van pa ver weg op vakantie, omdat dat toch weinig kost, in plaats van te calculeren en lekker te kamperen in Nederland.”
Een zorgvuldig mobiliteitsbeleid is niet gebaat bij zulke plotselinge en vergaande ingrepen, vindt de ANWB-hoofddirecteur. De komende weken zal hij gebruiken om de verkeerswoordvoerders van de regeringspartijen te overtuigen van de manco’s in de plannen. Van de oppositie valt weinig bijval te verwachten, zegt hij. „Die partijen leven nog steeds in het tijdperk dat een auto een slecht en vies ding was.”