Werken aan Duits-Nederlandse relatie
Voor het eerst schoven Duitse en Nederlandse ministers met elkaar om de tafel voor een eendaagse bilaterale top. Vandaag spraken de beide landen onder leiding van premier Rutte en bondskanselier Merkel in het Duitse Kleef over onderwerpen die beide landen binden.
Het centrale thema in het Kurhaus van Kleef is duurzame economische groei. Er werd gesproken over zekerheid in de voorziening van energie en grondstoffen, samenwerking op het gebied van energie-innovatie en het Europese klimaat- en energiebeleid voor 2020. Duitsland heeft het afgelopen decennium veel geïnvesteerd op het gebied van duurzame energie. Ruim een kwart van de Duitse stroommarkt is duurzaam, in Nederland is dat nog geen 10 procent. De top ging ook over de integratie van de energiemarkten. Doordat er in Noord-Duitsland relatief veel windenergie wordt geproduceerd, zijn er soms overschotten waar Nederland van zou kunnen profiteren.
Ook op economisch gebied werd er overlegd. Thema’s zijn financiële duurzaamheid, het verder verbeteren van de interne markt en intensievere grensoverschrijdende samenwerking.
Ook stonden er diverse hoofdpijndossiers op de agenda. Bijvoorbeeld de Betuwelijn, die in Duitsland nog steeds geen goede aansluiting heeft op het bestaande spoornet. Er moet ook een oplossing komen voor problemen met het Nederlandse staatsbedrijf TenneT. De netbeheerder bleek in 2012 de aansluiting van een nieuw offshorewindmolenpark voor de kust van Duitsland met het Duitse stroomnet niet te kunnen bekostigen.
Beide landen willen graag samen een voortrekkersrol vervullen in Europa op deze terreinen. Volgens een woordvoerder van de Nederlandse ambassade in Berlijn is het doel van de top om op al deze onderwerpen concrete afspraken te maken. Ook willen beide regeringen in de aanloop naar belangrijke EU-toppen alvast onderling overeenstemming bereiken, zodat er samen kan worden opgetrokken.
Militaire erehaag
Vanuit de Duitse regering waren de ministers Wolfgang Schäuble (CDU) van Financiën, Guido Westerwelle (FDP) van Buitenlandse Zaken, Peter Altmaier (CDU) van Milieu, Stefan Kapferer (FDP) van Economie en Cornelia Quennet-Thielen (CDU) van Onderwijs aanwezig. Zij spraken onder vier ogen met hun Nederlandse collega’s minister Frans Timmermans (PvdA) van Buitenlandse Zaken, minister Henk Kamp (VVD) van Economische Zaken, minister Jet Bussemaker (PvdA) van Onderwijs, minister Jeroen Dijsselbloem (PvdA) van Financiën, minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris Wilma Mansveld (PvdA) van Infrastructuur en Milieu.
Na de individuele gesprekken werden de thema’s plenair onder leiding van premier Rutte en bondskanselier Merkel besproken. Hoofd van de kanselarij Ronald Pofalla (CDU) bezocht met minister Plasterk de grensregio Rijn-Waal. Niet toevallig de regio waar verreweg de meeste Duits-Nederlandse handel plaatsvindt.
De top werd afgesloten met een militaire erehaag en een gezamenlijke foto van de ministers. Premier Rutte en bondskanselier Merkel vertrokken daarna met enkele ministers naar Nijmegen, waar de Duitse bondskanselier een eredoctoraat kreeg aan de Radboud Universiteit. Redenen zijn haar maatschappelijke verdiensten, haar inzet voor Europa en haar visie op het belang van de wetenschap. De plechtigheid had plaats in de Stevenskerk in Nijmegen, waarna er een diner was voor alle betrokken ministers.
Goed signaal
Op deze bilaterale top werd eind 2011 aangedrongen door de Nederlandse Tweede Kamerleden Han ten Broeke (VVD) en Henk Jan Ormel (CDA). Dat Duitsland er positief op is ingegaan, is een goed signaal, zegt professor dr. Ton Nijhuis, wetenschappelijk directeur van het Duitsland Instituut in Amsterdam. „Duitsland houdt wel vaker dergelijke bilaterale toppen met landen waarmee het economische of historische banden heeft. Denk aan Frankrijk, Polen, Rusland, China en Israël. Maar Nederland stond niet in dat rijtje. Deze top betekent dat Berlijn ons weer in het vizier heeft.”
Er wordt wel eens gesuggereerd dat met de verhuizing van de Duitse regering van Bonn naar Berlijn beide staten elkaar wat uit het oog hebben verloren. „Berlijn is inderdaad verder weg dan Bonn”, zegt Nijhuis. „Maar Nederland is in die zin niet minder belangrijk geworden voor Duitsland. Er zijn gewoon veel meer concurrenten bijgekomen. Duitsland moet zijn tijd verdelen over meer landen, zoals Polen en Rusland.”
De aandacht van Duitsland voor de kleine buurman aan de Noordzee is overigens de laatste jaren wel weer wat gegroeid, zegt Nijhuis. „Nederland heeft financieel nog de AAA-status. En grosso modo volgen beide landen dezelfde lijn in Europa. Den Haag is politiek een goede bondgenoot, zeker nu de relatie met Parijs steeds moeilijker wordt. Ook de onderlinge handel is gegroeid.” Volgens Nijhuis is de relatie tussen beide landen erg bijzonder. „Zo’n intensieve relatie vind je wereldwijd gezien alleen nog tussen de Verenigde Staten en Canada.”
Vierde exportland
Nederland is het grootste importland voor Duitsland. In 2012 steeg de Nederlandse export volgens de laatste cijfers van de Netherlands Business Support Office in Frankfurt am Main met bijna 6 procent ten opzichte van 2011. Bijna een tiende deel van de invoer in Duitsland is van Nederlandse komaf en verslaat daarmee landen zoals China, Frankrijk en de Verenigde Staten. Nederland handelt het meest met de deelstaten Noord-Rijnland-Westfalen, Baden-Württemberg, Nedersaksen en Beieren.
Andersom heeft Duitsland het afgelopen jaar in absolute aantallen ook meer geëxporteerd dan in 2011. Maar procentueel is de uitvoer naar Nederland iets gedaald, omdat de totale export van Duitsland in 2012 flink steeg. Nederland is het vierde exportland voor Duitsland, na Frankrijk, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië.
Blijven investeren
De top in Kleve is volgens Ton Nijhuis zowel symbolisch als praktisch van belang. „Symbolisch, omdat Duitsland laat zien dat het Nederland serieus neemt. Praktisch, omdat het hopelijk een opmaat is naar nauwere samenwerking.” Nijhuis noemt als voorbeeld grensoverschrijdende problemen waar nu vaak nauwelijks of te laat overleg in is. „Dan ben je als twee bevriende landen samen het wiel opnieuw aan het uitvinden. Ik hoop dat door deze top ministeries uit beide landen al in het maken van het beleid de telefoon grijpen om te overleggen. Dat zou echt winst zijn.”
Vooral Nederland moet blijven investeren in een goede relatie, vindt Nijhof. „Nederland en Duitsland hebben een asymmetrische verhouding, welke vooral voor Nederland van levensbelang is. Als Duitsland niest, is Nederland verkouden.” Nijhuis vergelijkt de band met een huwelijk. „Als de relatie probleemloos is en maar wat voortkabbelt, loop je het risico dat je elkaar uit het oog verliest. Juist omdat Duitsland veel op z’n bordje krijgt, moet Nederland blijven vechten om aandacht. Dat kan door een creatieve geest en een positieve constructieve houding.”
Top moet bijzonder hechte band verder versterken
tekst Kees de Groot
De Nederlands-Duitse top donderdag in Kleef (vlak bij Nijmegen) illustreert ook volgens de Rijksvoorlichtingsdienst „de bijzonder hechte band” tussen beide landen. Doel van de ontmoeting was „deze relatie verder te versterken.”
Het was vandaag de eerste keer dat beide regeringen op deze manier met elkaar spraken. Het Duitse kabinet belegt al jarenlang ministeriële ontmoetingen met een aantal andere landen.
Tussen politici van beide landen is overigens al wel frequent contact. Kanselierskandidaat Steinbrück van de SPD sprak bijvoorbeeld op 7 februari nog met de ministers Timmermans, Asscher (Sociale Zaken) en Dijsselbloem (Financiën). Een ruime maand later verwelkomde premier Rutte president Kretzschmann van de Duitse bondsraad.
Timmermans debatteerde op 9 april met zijn Duitse collega Westerwelle op de Duitse Internationale School in Den Haag over Europa. En eind deze maand komt de Duitse bondspresident Gauck voor een dag naar Den Haag. Hij bezoekt daar dan het Internationaal Strafhof, het Joegoslaviëtribunaal en het Internationaal Gerechtshof.