Staatsbosbeheer kreeg van het vorige kabinet de opdracht om 100 miljoen euro bij te dragen aan de staatskas. De organisatie wil dat geld onder meer vrijmaken door wegbermen, weilandjes, vennetjes en bosschages te verkopen aan particulieren. Das&Boom wilde dat de rechter de verkoop zou verbieden of opschorten, totdat duidelijk was welke beschermde planten en dieren op de 16 percelen leven.

Die zorgen zijn volgens de Staat en Staatsbosbeheer onterecht. Er is landelijke wetgeving om de natuur te beschermen en ook lokale overheden hebben daarin verantwoordelijkheden. Dat de percelen niet langer eigendom zijn van Staatsbosbeheer, wil niet zeggen dat er geen goed beheer meer zou kunnen plaatsvinden.

De rechter vindt het te ver gaan om Staatsbosbeheer een verbod op te leggen. Nader onderzoek voorafgaand aan de verkoop is niet noodzakelijk en ook is het niet nodig om voorwaarden te stellen aan de verkoop. Ook als de natuurgebieden van iemand anders dan Staatsbosbeheer zijn, kan er voor genoeg bescherming van planten en dieren worden gezorgd.

Staatsbosbeheer wil inhoudelijk niet ingaan op het besluit van de rechter. De eerste 16 percelen natuurgrond, rond het Overijsselse dorp Daarle, werden onlangs geveild. Zestien partijen deden een zogeheten hoogste bod, in totaal voor een bedrag van 516.000 euro.

Staatsbosbeheer moet deze mogelijke kopers nog laten weten of de stukken grond daadwerkelijk ‘gegund’ worden, zoals dat heet. De bieders horen mogelijk vrijdag of zij een kavel hebben verworven.

De verkoop van de overgebleven stukken natuurgebied van 94 hectare is voorlopig gestaakt. Op verzoek van de Tweede Kamer spreekt Staatsbosbeheer in juni met staatssecretaris Dijksma (economie) over de eerste ronde van de verkoop. Als de Kamer daarna akkoord gaat met de verdere verkoop van het gebied, mag volgens de zegsvrouw van Staatsbosbeheer iedereen bieden op de percelen. „Het natuurgebied is van de staat en dus eigenlijk van ons allemaal”, vertelt ze.