Madeleine Albright terug naar haar Joodse wortels in Praag
Madeleine Albright was al bijna zestig toen ze hoorde dat ze Joodse wortels had. Haar ouders hadden dit altijd voor haar verborgen gehouden.
Verder heeft Albright alles mee. Haar levensverhaal is in één woord uniek. Van geboorte is zij Tsjech. Tijdens de oorlog woonde ze in Engeland en bij de dreiging van het communisme week ze met haar ouders uit naar de VS.
Later werd ze daar minister van Buitenlandse Zaken, wat haar wereldwijde bekendheid opleverde. Bovendien is er een herleving aan persoonlijke verhalen over de Tweede Wereldoorlog. En ten slotte heeft ze een heerlijk vlotte pen. Dat alles maakte ”Praagse winter” al bij voorbaat tot een succes.
Albright werd in 1937 in Praag geboren als Madlenka Korbel. Haar vader was diplomaat. Met zijn gezin vertrok hij in 1938 als ambassadeur naar Joegoslavië. Maar nadat Hitler stukje bij beetje Tsjechoslowakije innam en zijn greep op dit land versterkte, namen de Korbels hun toevlucht tot Londen. Daar trad vader Korbel in dienst van de regering in ballingschap en werd hij nieuwslezer bij de BBC-uitzendingen voor het vaderland.
Het geweldige van Albrights boek is dat ze haar eigen verhaal verweeft met de wereldgeschiedenis. Haar vader bijvoorbeeld was een zelfbewuste Tsjechoslowaakse nationalist. Sinds het eind van de Eerste Wereldoorlog was het land zelfstandig en Josef Korbel behoorde tot de generatie die de natie wilde opbouwen. De komst van Hitler gooide roet in het eten.
De auteur wisselt op een natuurlijke manier het persoonlijke perspectief af met het historische. Ze beschrijft hoe Churchill premier was geworden, om vervolgens te vertellen hoe haar vader en moeder vanwege de bommenregen op Londen besloten een huis buiten de stad te betrekken. Intussen zat ze op een Engelse school en leerde ze de nationale gebruiken.
Ze beschrijft de geschiedenis vanuit Midden-Europa en daarom zet ze andere accenten dan wij vanuit West-Europa gewend zijn. Maar dit zorgt er wel voor dat dit boek ook een prachtige bron is voor de geschiedenis van Tsjechoslowakije.
In die tijd in Londen namen vader en moeder Korbel nog een andere belangrijke beslissing die Albrights leven veranderde: ze lieten zichzelf en Madlenka dopen in de Rooms-Katholieke Kerk. Madlenka had later in haar kamer een eigen altaartje waar ze dagelijks tot Maria bad. Ze wilde zelfs later priester te worden.
Toen Josef en Anna Korbel in 1935 trouwden, gaven ze aan dat ze geen religie aanhingen. Grootvader Korbel had hen angstvallig van godsdienstigheid weggehouden. Alle grootouders waren opgegroeid in het Jodendom. Maar dit alles wist Albright heel lang niet.
Na de Tweede Wereldoorlog keerden de Korbels terug naar Praag, om snel opnieuw naar Belgrado te vertrekken in het nieuwe Joegoslavië waar vader ambassadeur werd. Zodra Tsjechoslowakije werd gekaapt door de communisten, zetten de Korbels koers naar New York. Daar kregen ze in 1949 asiel. Korbel werd later hoogleraar in de Verenigde Staten.
Madlenka ging daar haar eigen weg en trouwde met Joseph Albright. Ze ging de wetenschap in (internationale betrekkingen), werd ambassadeur bij de Verenigde Naties en klom in 1997 op tot minister van Buitenlandse Zaken onder president Clinton.
Rond die tijd kreeg ze regelmatig signalen die wezen op haar Joodse afkomst. Voordat ze ook maar enig onderzoek had kunnen doen, verscheen er een uitgebreid artikel hierover in The Washington Post. Daaruit bleek dat drie van haar grootouders en veel andere familieleden in de Holocaust waren omgekomen. Ze was verbijsterd. Uit eigen onderzoek –waarvan dit boek een verslag is– bleek dat het allemaal waar is.
Blijft de vraag waarom haar ouders dit allemaal niet hadden verteld. De overstap naar het katholicisme kwam pas in Londen en was dus niet bedoeld het Jood-zijn te verbergen. Albright vermoedt dat haar ouders dachten dat een leven als christen gemakkelijker zou zijn dan als Jood. Waarom zij dat niet mocht weten, heeft ze niet meer kunnen vragen.
Boekgegevens
”Praagse winter. Het verhaal van mijn jeugd in oorlogstijd”, 1937-1948; Madeleine Albright; uitg. Ambo, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 263 2355 3; 445 blz.; € 24,95.