Opinie

Confabuleren

Wellicht komt het woord ”confabuleren” ons wat vreemd voor. Wat fabels zijn, is wel bekend. Maar wat is confabuleren? In wezen gaat het om het vertellen van iets wat niet waar is (een fabel), maar wat voor de verteller een levende werkelijkheid is. Als geestelijk verzorger in het verpleeghuis kom je dit verschijnsel nog wel eens tegen, vooral bij bewoners die te kampen hebben met dementie.

ds. H. J. Stoutjesdijk
21 May 2013 11:25Gewijzigd op 15 November 2020 03:40

Deze bewoners leven in hun eigen gedachtewereld. Als gevolg van hun dementie gaan het denk­vermogen achteruit en beleven ze dat ze kind zijn. Ze moeten voor hun vader en moeder zorgen. Of ze menen dat hun kinderen nog jong zijn en dat ze voor hen klaar moeten staan. Want anders krijgen die kinderen geen eten als ze uit school komen. Daarom staan ze bij de gesloten deur van hun kamer om thuis zo snel mogelijk eten klaar te kunnen gaan maken.

Laatst vertelde een bewoner van ver boven de 
90 jaar in volle ernst „dat ik er beter aan deed om naar zijn oude moeder te gaan dan hem te bezoeken. Zij was alleen en erg gebrekkig. De kerk keek niet naar haar om. En ze had het hard nodig dat iemand bij haar kwam om haar te troosten voor haar arme ziel.” Dit is slechts een voorbeeld om te verduidelijken wat bedoeld wordt met confabuleren.

De grote vraag is hoe je daar pastoraal mee omgaat. Het is belangrijk om een dergelijk verhaal –al weet je dat het niet klopt omdat je het levensverhaal van de desbetreffende bewoner kent– serieus te nemen. Want anders schaad je het vertrouwen dat hij of zij in je stelt. In het gesprek probeer je de bewoner op een ander spoor te brengen. Bijvoorbeeld door ten aanzien van genoemd voorbeeld te benadrukken dat het zo weldadig aandoet dat hij zo’n zorg voor zijn oude moeder heeft. Dat wij allen op weg naar de eeuwigheid zijn. Dat het er ook voor ons op aankomt dat we die enige troost kennen in leven en in sterven. Om dan de bewoner te bevragen of hij zelf al troost heeft voor zijn ziel. Daar kan een persoonlijk pastoraal gesprek uit ontstaan.

Het getuigt van weinig inzicht in de problematiek, al is het met de beste bedoelingen, wanneer je in een dergelijk geval een bewoner terug wilt roepen tot de werkelijkheid door plompverloren te stellen dat het niet waar is wat hij vertelt, omdat hij geen moeder meer heeft. Want voor de desbetreffende bewoner is het werkelijkheid. Je schaadt zijn vertrouwen. En je krijgt geen persoonlijk pastoraal gesprek.

Ook hier geldt wat Psalm 41 zegt: Welzalig hij, die zich verstandig draagt bij een ellendig mens; de Heer’ zal hem, wanneer hij treurt en klaagt, bevrijden naar zijn wens; behoeden en doen leven, hier op aard’, in vreê en zaligheid; nooit van zijn God verlaten, maar bewaard voor ’s vijands boos beleid.

Ds. H. J. Stoutjesdijk is geestelijk verzorger in verpleeghuis Salem in Ridderkerk. Vierwekelijks schrijft hij in deze kolom over zijn pastorale ervaringen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer