China opent museum over aardbeving
Het woord museum roept doorgaans beelden op van kunstcollecties, overblijfselen uit een oorlog of andere historische curiosa.
In het Wenchuan Museum in het Chinese Qushan hangen geen fijnzinnige artefacten of werken van oude meesters. De bezoeker wordt via een indringende expositie langs de rauwe werkelijkheid van een aardbeving gevoerd. Vorige week opende het museum zijn deuren.
Stukken van een ingestorte woning, een verloren schoen en een gebruikte infuuszak vormen de stille getuigen van de verwoestende aardbeving die vijf jaar geleden de provincie Sichuan trof. Bijna 90.000 mensen kwamen om bij het natuurgeweld.
De tastbare overblijfselen van de aardbeving mogen dan indrukwekkend zijn, het zijn vooral de beelden die in de hoofden van de bezoekers blijven hangen. Levensgrote foto’s vertellen een verhaal van verwoesting, ontreddering en onvoorstelbaar menselijk leed.
Maar de foto’s laten ook nog iets anders zien. Ze geven een indruk van de moed en het doorzettingsvermogen van al die duizenden reddingswerkers die in 2008 –soms met hun blote handen– bleven graven om slachtoffers onder de puinhopen vandaan te halen. Dagen na de beving gebeurden er daardoor nog ‘kleine’ wonderen.