Commentaar: Toeristisch kerkbezoek
De christelijke kunstschilder Maarten ’t Hart kreeg volgens eigen zeggen de liefde voor architectuur met de paplepel ingegoten. Op vakantie kon zijn vader het niet nalaten om te trekken aan elke kerkdeur die hij tegenkwam. Gaf de deur mee, dan was een bezoek aan het godshuis onvermijdelijk. Pas als alles was bekeken en becommentarieerd, was het stadje zelf aan de beurt voor bezichtiging.
Meer vaders –en kinderen– zullen het beeld herkennen. Het bezoek aan de kathedraal, de domkerk, parochiekerk of soms het protestantse bedehuis kreeg voorrang boven de markt, het stadhuis of het Romeinse theater. Tot genoegen –en soms ongenoegen– van het gedweeë kroost, dat er hoe dan ook wat van opstak.
Maar niet voor ieder ligt een bezoek aan een rooms kerkgebouw voor de hand. Sommige predikanten waarschuwen hun catechisanten voor het bezoeken van een rooms-katholieke kerk, ook als er geen mis plaatsheeft. Roomse kerken kun je beter mijden.
De Schotse Free Presbyterian Church scheurde in 1989 zelfs, nadat een vooraanstaande ouderling –opperrechter Lord Mackay– de uitvaartmis van een collega bezocht. Weliswaar lag de grootste grief bij het bijwonen van de mis, maar het bezoek aan een roomse kerk was op zichzelf al laakbaar.
Natuurlijk is voor dat terughoudende standpunt enige grond. De afstand tot de roomse leer is voor protestanten groot. En wie afgelopen weken de pracht en praal in en rond de Sint-Pieter in Rome bezag, moet zich wel achter de oren krabben: de rijkdommen van de kerk werden ontworsteld aan de arme leken door aflaat en kerkelijke belastingen. Maar is de rijkdom van vorstenhuizen ook niet vaak terug te voeren op kolonisatie, machtsvertoon en hoge belastingdruk? Toch wordt een bezoek aan een kasteel of paleis om die reden nooit afgewezen.
Er is nog iets opmerkelijks. Zoals je kunt zeggen dat het protestantisme voortkomt uit de Roomse Kerk, zo kun je ook zeggen dat het christendom voortkomt uit het Jodendom. Maar ten opzichte van het Jodendom ontbreekt alle afstand, een bezoek aan de synagoge ligt niet gevoelig. Integendeel, christelijke bezoekers passen zich respectvol aan en mannen zetten onbeschroomd een keppeltje op.
Het bezoeken van kerken –al dan niet tijdens de vakantie– kan nuttig zijn. Daarbij hoeven rooms-katholieke kerken niet per definitie te worden gemeden. Historisch besef is van wezenlijk belang en de kerkgeschiedenis gaat verder terug dan tot de Reformatie. Toeristisch kerkbezoek kan beter inzicht geven in het ontstaan der dingen, kan aanleiding zijn tot dieper gesprek, tot aanschouwelijk onderwijs.
Maar ook wie geïnteresseerd is in de ontwikkeling van de bouwkunst in Europa kan niet om de roomse kerken heen. De opeenvolgende bouwstijlen zijn nergens zo goed te herkennen als juist in de kerkgebouwen. Ook ligt de oorsprong van veel christelijke symbolen –waarvan er meer in protestantse kerken zijn verwerkt dan menigeen vermoedt– al ver voor de Reformatie.