Commentaar: Met wetsvoorstel belangrijk wissel omgezet
Opvallend is dat de landelijke media er woensdagmorgen niet of nauwelijks aandacht aan gaven. Dat wijst erop dat het voor hen geen nieuws meer is. Door een eerder gemaakt initiatiefwetsvoorstel in te dienen dat scholen verbiedt leerkrachten af te wijzen vanwege hun homoseksuele levenswijze, is dinsdag wel een wissel omgezet. Zeker omdat in de huidige politieke realiteit duidelijk is dat dit plan op steun van een meerderheid kan rekenen.
Iedereen wist dat een dergelijke maatregel in de lucht hing. Vorig jaar sloten D66, VVD, PvdA, SP en GroenLinks het Roze Stembusakkoord. Daarin werd afgesproken dat binnen een jaar vijf kwesties op het gebied van homo-emancipatie moesten zijn geregeld. De afschaffing van de zogenoemde enkelefeitconstructie is er een van. Scholen mogen leerkrachten niet langer afwijzen vanwege het enkele feit dat ze een homoseksuele levenswijze hebben.
Met name door de confessionele partijen is tegen een dergelijke maatregel altijd bezwaar gemaakt. Terecht zien ze die als een aantasting van de onderwijsvrijheid. Maar voor dat argument is geen begrip.
Wie de nieuwe wet goed op zich laat inwerken, kan niet gemakkelijk ontsnappen aan trieste gevoelens. Terwijl de homolobby –zoals verwacht– juicht, kan orthodox-christelijk Nederland het gevoel bekruipen het onderspit te hebben gedolven.
Hoe begrijpelijk zo’n reactie ook is, toch mag klaagzang niet de boventoon voeren. Ons land wijkt met dit wetsvoorstel inderdaad opnieuw verder af van Gods geboden. Dat is het wat christenen ten diepste raakt. Maar daarmee is de situatie niet hopeloos.
Er is in ons land nog steeds veel goeds. Vergeleken met geloofsgenoten elders op de wereld hebben christenen in ons land grote vrijheid. Ze worden niet vervolgd, ze kunnen naar de kerk en hebben tal van (onderwijs)voorzieningen. In een klaaglied over de nood der tijden (hoe begrijpelijk die ook is) kan dat aspect gemakkelijk vergeten worden.
Ten tweede hebben christenen te midden van alle zorg een machtig, onovertroffen wapen: het gebed. De christen die in oprecht geloof daarvan gebruikmaakt, is veilig. Ten diepste komt dat doordat de gelovige niet alleen bidt. Maar het is Christus Die voor hem bidt. Hemelvaart herinnert ons daaraan.
Dat wil niet zeggen dat alle tegenheden of moeiten christenen bespaard blijven. Het kan soms inderdaad lijken dat ze het onderspit moeten delven, terwijl God een tegenslag juist ten beste kan keren.
Het derde is dat Christus Zijn volgelingen heeft beloofd dat Hij hen zal behouden en beschermen. Zelf heeft Hij voorzegd dat de kerk het niet gemakkelijk zal hebben, maar Zijn gemeente behoeft niet te twijfelen aan de uitkomst. In Psalm 94 zingt de dichter: De Heere zal in dit moeilijk leven, Zijn volk en erfdeel nooit begeven.”
Betekent dit dat christenen de plannen van de vijf partijen maar gelaten moeten laten passeren? Dat niet. Op de geëigende plaatsen zal er protest moeten klinken. Maar de grondhouding moet wel zijn een vast vertrouwen op Gods trouw en hulp. Dat geeft ook een zekere ontspanning.