Samsom geen loopjongen van PvdA-achterban
AMSTERDAM. De PvdA roept zondag op verzoek van partijleider Samsom de zogeheten politieke ledenraad bijeen over het voornemen in het regeerakkoord om illegaal verblijf strafbaar te stellen. Zijn achterban heeft daar grote moeite mee. Moet hij naar hen luisteren?
Een overweldigende meerderheid van het PvdA-congres –het hoogste gezag in de partij– steunde zaterdag 27 april een motie die de fractie ertoe oproept niet in te stemmen met het wetsvoorstel om illegaliteit te bestraffen. Staande het congres liet Samsom echter weten dat hij niet aan het regeerakkoord zal tornen.
Kort daarna erkende hij dat hij het gesprek in zijn partij over de strafbaarstelling van illegaliteit „te abrupt en te vroeg” had willen afronden. Samsom verzocht daarop om de organisatie van een politieke ledenraad.
Die raad bestaat uit afgevaardigden van grote partijafdelingen en van door het partijbestuur erkende groepen en netwerken. Hij geeft de PvdA-fracties gevraagd en ongevraagd advies over de politieke koers van de partij tussen de congressen door.
In de aanloop naar de ledenraad van zondag heeft de PvdA drie ledenbijeenkomsten georganiseerd: vanavond in Eindhoven, morgenavond in Groningen en donderdagavond in Den Haag. Daarnaast hebben lokale afdelingen in Utrecht, Arnhem, Bergen, Leeuwarden en Zoetermeer eigen bijeenkomsten belegd.
Tijdens al die avonden krijgt de PvdA-achterban de gelegenheid om met Samsom en andere Kamerleden in gesprek te gaan.
De partijleider heeft echter al vooraf duidelijk gemaakt dat hij vooral gaat proberen zijn eigen afwegingen uit te leggen en daarover verantwoording af te leggen. Hij lijkt niet van plan om gehoor te geven aan zijn achterban en zich alsnog tegen het wetsvoorstel over strafbaarstelling van illegaliteit te keren.
Samsom hóéft dat ook niet te doen. Het partijcongres is dan wel het belangrijkste orgaan in de PvdA en een advies van de politieke ledenraad mag dan zwaarwegend zijn, formeel is Samsom niet verplicht zijn achterban te gehoorzamen.
De statuten van de PvdA stellen slechts dat de politiek leider van de partij „verantwoording aflegt aan het congres, de politieke ledenraad en het partijbestuur” over het dagelijkse politieke handelen in de landelijke politiek, voor de uitvoering van het verkiezingsprogramma en de politieke koers van de partij.
Dat afleggen van verantwoording door PvdA-volksvertegenwoordigers dient volgens de statuten te gebeuren „met inachtneming van hun staatsrechtelijke positie.”
Over die positie zegt de Grondwet dat Kamerleden „zonder last” stemmen. Dat betekent: zonder bindend mandaat van wie dan ook. Juridisch zijn parlementariërs volledig vrij om te stemmen zoals ze zelf willen.
Vanzelfsprekend is er wel sprake van een zekere morele binding aan de partij. PvdA’ers die te vaak ingaan tegen hun achterban, lopen het risico dat ze bij een volgende verkiezing niet meer terugkeren op de kandidatenlijst.
Leden kunnen ook hun partijlidmaatschap opzeggen uit onvrede over de politieke koers. Het ANP meldde overigens gisteren dat het aantal opzeggers bij de PvdA tot nu toe klein is.
Samsom hoeft, kortom, zijn achterban niet te gehoorzamen. Wil hij weer lijsttrekker worden, dan moet hij wel met de leden in gesprek gaan en naar hen luisteren. Door hen serieus te nemen en verantwoording aan hen af te leggen, kan hij zijn gezag en geloofwaardigheid handhaven.