Lintje
Het viel wat in het niet bij al het kroningstumult, maar ook dit jaar was er weer de bekende lintjesregen. Ruim 3000 mensen ontvingen een koninklijke onderscheiding. Het waren er beduidend minder dan vorig jaar; Hare Majesteit was al wat aan het afbouwen.
Een mooi gebaar, zo’n onderscheiding. Het is daarbij goed te bedenken dat niemand solliciteert naar een lintje. Anderen vragen het voor je aan, vanwege het vele werk dat de gedecoreerde –vaak belangeloos– heeft verricht voor kerk, club of samenleving. Een lintje onderstreept de waardering voor al die inzet.
Toch heeft het ook iets merkwaardigs, zo’n koninklijk eerbetoon. Vele duizenden zetten zich met al hun krachten in om dienstbaar te zijn. Soms met buitengewone opofferingsgezindheid. Slechts een enkeling valt de eer te beurt om koninklijk onderscheiden te worden. Zo miste ik bijvoorbeeld mijn eigen moeder in het rijtje gedecoreerden. En met haar vele andere moeders. Men zegt dat je een decoratie kunt aanvragen voor iemand die zich „bijzonder verdienstelijk” heeft gemaakt. Me dunkt, als je zeven kinderen hebt grootgebracht, is daarvan toch wel sprake.
De afgelopen dagen was mijn vrouw geveld door de griep. De griepgolf schijnt over te zijn, maar in ons huisgezin kabbelden de golven nog na. Uitermate vervelend natuurlijk. Tegelijk is zo’n griepje ook heel heilzaam. Het bepaalde mij er opnieuw bij hoeveel een vrouw en moeder doet om haar huis en gezin in goede banen te leiden. Dat mag weleens onderstreept worden. Ik kan niet zeggen dat al dat moederlijke werk in stilte gebeurt. Een vrouw schijnt gedurende haar leven anderhalf keer zo veel woorden te gebruiken als een man. Maar toch, het gebeurt wel.
Met dit alles is overigens niet gezegd dat een moeder vooral achter het aanrecht thuishoort, al hoeft niemand zich te schamen voor de activiteiten die daar plaatsvinden. De vrouw uit Spreuken 31 is een nogal bezige bij, ze beperkt haar activiteiten echter niet tot de opvoeding en het huishouden. En haar waardij is toch ver boven de robijnen.
Zondag is het Moederdag. Door de indrukwekkende hoeveelheid reclamefolders wordt de indruk gewekt dat deze traditie vooral bepaalde commerciële doeleinden dient. Maar los daarvan is het een goede zaak om moeders in het zonnetje te zetten. Want velen van hen kregen geen lintje, terwijl ze het wel verdienen. Aan de koelkast in mijn ouderlijk huis heeft lange tijd de spreuk gehangen: ”Niemand ziet wat ik doe, totdat ik het niet meer doe”. Moederdag biedt de gelegenheid om dat recht te zetten: we zien het wel!