Religieuze trekken in emoties rond troonswisseling
Vooruit. Toch nog maar een keer iets naar aanleiding van het koninklijke feest, eerder deze week. De kranten en andere media hebben na dinsdag flink uitgepakt in het weergeven van hun indrukken. De toonzetting was overwegend positief. Over de toespraak van de nieuwe koning: „een menselijke vorst” (AD), „een maatschappelijke vorst” (Trouw), „gewonemensentaal” (Volkskrant). En over de ceremonie in haar geheel. De meest opmerkelijke typering vond ik wel die van Jan de Jong, algemeen directeur van de NOS: „We hebben deze heel bijzondere dag op een geweldige manier in beeld gebracht op alle denkbare platforms: radio, televisie en nieuwe media. Het heeft historische beelden opgeleverd met eeuwigheidswaarde.”
Ik doe niets af aan de inspanningen van de NOS. Maar hier wordt zijn product wel van een erg absolute kwalificatie voorzien: beelden met eeuwigheidswaarde… De riten en mythen behorend bij de inhuldigingsceremonie, hoe indrukwekkend ook, krijgen een religieus aureool.
Er is kennelijk toch iets waars in wat GroenLinkssenator en theoloog Ruard Ganzevoort onlangs zei (ND 1-5). Hij signaleert dat in het postchristelijke Nederland de klassiek-heilige week van het christendom heeft plaatsgemaakt voor een seculier-heilige week. De christelijke week is de Stille Week voor Pasen. De seculiere week begint met de nationale data 27 en 30 april en eindigt op 4 en 5 mei, de dagen van dodenherdenking en bevrijding.
De invulling van deze week maakt in toenemende mate een soort religieuze emoties gaande. Dr. J. H. Bavinck (overleden in 1964) signaleerde in zijn tijd al dat het besef aangaande God aan het verdwijnen was. Maar, zo stelt Bavinck, geen mens kan zich ongestraft onttrekken aan de openbaring van de enige en ware God. Verdringing zal gevolgd worden door vervanging. In een andere vorm zal er een religieus besef terugkeren.
Gedurende de eerste helft van de vorige eeuw mocht het Nederlandse volk zich verheugen in een vorstin die tegenover haar volk uitdrukkelijk voor de naam van de Heere uitkwam: koningin Wilhelmina. Een enkele week geleden kreeg ik van een oudere broeder uit de gemeente een vergeeld knipsel in mijn handen gedrukt: Trouw, 18 juni 1949. Het betrof de tekst van een radiorede van prinses Wilhelmina, toen inmiddels als koningin afgetreden, ter gelegenheid van Pinksteren. Ik citeer eruit.
„De Heilige Geest, door God met Pinksteren gezonden, moge ons niet slapende vinden, in dromen verzonken, over dingen die vergaan, zelfvoldaan bij het gedenken van hetgeen door ons niet wordt betracht. Laten wij ons hoeden voor de grootste fout, die een mensch begaan kan, door waar en diep geloof te verwarren met geijkte termen en godsdienstige begrippen.
Dat Gods Geest ons klaar wakker vinde, bereid te stáán voor wat ons wachten moge en voorwaarts te gaan. Immers, hoe kan de Heilige Geest woning bij ons maken en hoe kunnen wij Zijn taal spreken, die taal die ieder hart verstaat, indien ons hart niet hongert en dorst naar deze hemelsche gave met achterstelling van alle andere wenschen en verlangens? (…) Wij moeten erkennen, dat wij gewerkt hebben voor de spijs die vergaat. Onze daden, niet onze woorden, getuigen van ons dat wij op dat voedsel meer vertrouwd hebben dan op het brood, dat van den Hemel neerdaalt, zelfs in de verlatenheid van de woestijn. (…) Niets rest ons dan deze donkerste ure der mislukking te helpen omzetten in een volkomen keerpunt door niet langer aan den leiband te loopen van berekening, geweld en vrees, doch ons toe te vertrouwen aan de leiding van Hem, wandelende met Hem, wiens liefde boven onze bevatting en al ons denken uitgaat, wiens hand in tegenstelling tot de aardsche leidslieden, ons leidt naar de eeuwige vrede.”
Veni Creator Spiritus! Kom, Schepper Geest! Doorwaai de hof van onze seculiere samenleving. Doorwaai de hof van ons arme volk. Doorwaai de hof van onze nieuwe vorst. Doorwaai de hof van Uw kerk. Doorwaai de kleine hof van mijn hart.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl