Weinig effect van rentedaling voor consument
FRANKFURT. De rente in de eurozone is donderdag met een kwart procentpunt verlaagd. De maatregel kan zorgen voor lagere tarieven op hypotheken en spaarrekeningen, maar een groot effect wordt niet verwacht.
De aanpassing betekent dat banken goedkoper uit zijn als zij lenen bij de Europese Centrale Bank (ECB). De rentes die zij zelf in rekening brengen aan klanten en die zij betalen, zijn echter niet automatisch aan die ontwikkeling gekoppeld. Veel banken zijn als gevolg van de financiële en economische crisis vooral bezig om hun eigen kapitaalpositie te versterken en zullen hun lagere kosten voor kredieten uit Frankfurt daarom niet zo snel doorgeven.
De laatste weken was er van verschillende kanten aangedrongen op een verdere verlaging van de rente in de eurozone, om daarmee de nog altijd haperende economie een impuls te geven. Onder anderen directeur Christine Lagarde van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) sprak zich in die zin uit, en ook de OESO deed dat in een rapport.
Het belangrijkste tarief van de ECB voor het verstrekken van liquiditeiten staat nu op 0,5 procent. Omgekeerd kunnen banken ook tegoeden aanhouden bij de ECB. De rente daarover blijft voorlopig ongewijzigd op 0 procent, maar president Mario Draghi sluit een verlaging tot een negatief percentage op een later tijdstip niet uit. „Technisch zijn we er klaar voor, maar die maatregel kan wel onbedoelde gevolgen hebben”, verklaarde hij.
De beslissingen die de ECB bekendmaakte en de toelichting erop door Draghi zorgden donderdag voor forse schommelingen in de waarde van de euro. Het besluit om de rente terug te schroeven, dreef de koers van de munt even voor 14.00 uur op van 1,3125 naar 1,3210 dollar. Nadat Draghi een klein uur later had aangegeven dat voor de ECB een negatieve rente op deposito’s tot de mogelijkheden behoort, zakte de euro echter scherp weg, tot 1,3060 dollar. Die ingreep zou betekenen dat banken geld moeten toeleggen op de middelen die ze stallen bij de centrale bank.