De officier van justitie had twee weken geleden ook vrijspraak geëist.

De rechtbank vindt dat K. geen verwijt kan worden gemaakt in verband met het overlijden van Scholten op 24 januari vorig jaar in een cel in het politiebureau van Kampen. Scholten, die een zwervend bestaan leidde, was ter ontnuchtering ingesloten. Hij zou kort na zijn aanhouding naar Zwolle worden overgebracht, waar bekeken zou worden of er een GG&GD-arts moest worden ingeschakeld, maar dit liep vertraging op door een ongeval. Vijf kwartier na zijn insluiting bleek Scholten te zijn overleden. De sectie wees uit dat hij 4,56 promille alcohol in zijn bloed had en onder invloed van kalmeringsmiddelen verkeerde. Die tabletten werden in de cel onder een hoofdkussen aangetroffen.

In het vonnis zegt de rechtbank dat de politieman Scholten niet bewust in hulpeloze toestand heeft achtergelaten. Hij kende de man niet, had hem toen hij werd binnengebracht niet gezien en was niet op de hoogte van diens lichamelijke conditie. Hij had alleen wat informatie van zijn collega’s, die de man hadden aangehouden. De taakafbakening op het politiebureau was niet duidelijk en dat verdient „geen schoonheidsprijs”, maar dat is niet aan K. te wijten, aldus de rechtbank.

Het gerechtshof in Arnhem had het openbaar ministerie in Zwolle opdracht gegeven de politieman te vervolgen. Dit gebeurde naar aanleiding van een klacht van de nabestaanden, die het er niet mee eens waren dat de zaak in Zwolle was geseponeerd. Met de vrijspraak is ook hun recht op schadevergoeding afgewezen. De familie had een vergoeding van 25.000 euro voor immateriële schade plus de begrafeniskosten van zo’n 10.000 euro geclaimd.