„De cadans van de paarden ontspant en masseert”
BENNEKOM. De Manege zonder Drempels in Bennekom is allang niet meer de enige plek waar meervoudig gehandicapte kinderen en volwassenen kunnen paardrijden op een zogenaamd huifbed. De Stichting Bevordering Huifbedrijden (SBH) signaleert een wildgroei en maakt zich sterk voor veilig huifbedrijden.
Een opleiding voor huifbedmenners is er al. Het volgende doel is een kwaliteitslabel voor maneges die huifbedrijden aanbieden.
Huifbedrijden is een therapeutische vorm van paardrijden voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Het huifbed is meestal een stalen constructie op wielen waarin twee getrainde paarden lopen. Over de ruggen van de paarden is een zeil gespannen waarop de huifbedrijder ligt.
De cadans en de warmte van de paarden hebben een ontspannende en masserende werking, aldus de SBH. „Huifbedrijden stimuleert de bloedsomloop en andere essentiële lichaamsfuncties, zoals stofwisseling en spijsvertering. Klachten als obstipatie, epilepsie en vastzittend longslijm kunnen ermee worden verlicht.”
Het huifbedrijden is ooit ontwikkeld door de inmiddels overleden Johan Roelofsen. Als melkboer in Wageningen bezorgde hij zijn waren huis aan huis per paard-en-wagen. Kinderen van zijn klanten liet hij regelmatig een ritje maken op zijn paard. Omdat ook kinderen met een handicap die niet zelfstandig op het dier konden zitten zich meldden voor een tochtje, bedacht Roelofsen het huifbed. Sinds 1985 bestaat de Manege zonder Drempels, waar groepen gehandicapten met hun begeleiding kunnen logeren om paard te rijden.
De laatste jaren heeft het huifbedrijden een enorme vlucht genomen, zegt SBH-voorzitter Albert Mund. Zijn organisatie werkt samen met inmiddels ruim twintig maneges. Roelofsen was initiatiefnemer van de stichting, waarmee hij streefde naar verbreiding van het huifbedrijden, professionalisering, erkenning en deskundigheidsbevordering. Huifbedrijden moet verantwoord en met zorg gebeuren, vond hij, zonder risico voor mens en paard. „Het is niet zomaar een dekzeil over twee paardenruggen trekken, meende Roelofsen. De paarden moeten goed getraind zijn, de huifbedden moeten voldoen aan hoge kwaliteitseisen en de koetsiers moeten opgeleid en gediplomeerd zijn. Ze werken met heel kwetsbare mensen.”
Het Cursuscentrum Dierverzorging (CDB) in Barneveld heeft dankzij de inzet van Roelofsen een opleiding tot huifbedmenner in zijn pakket opgenomen. „Huifbedrijden vraagt van een professionele koetsier kennis van de patiënt, maar ook van rijden met een huifbed én van het paard”, aldus het centrum. „In onze opleiding is voor alle drie aandacht.” Onderdeel van de opleiding is een praktijkstage. Het CDB heeft meer dan twintig gekwalificeerde menners afgeleverd.
SBH-voorzitter Mund is blij met de opleiding. „Als er bijvoorbeeld niet wordt opgelet hoe het is gesteld met de wervelkolom van degene die op het huifbed ligt, kan een ritje erg vervelend uitpakken. En als zich een ongeluk voordoet omdat er onzorgvuldig is gehandeld, is dat slecht voor het imago van het huifbedrijden.”
De SBH maakt zich zorgen over de wildgroei in het huifbedrijden en gebrek aan deskundigheid bij maneges, zegt Mund. „Soms begint een manege aan huifbedrijden omdat hij er vooral brood in ziet. Commerciële belangen voeren dan de boventoon, verantwoord huifbedrijden is bijzaak. Dat komt de kwaliteit niet ten goede. Niet iedereen heeft dezelfde filosofie over huifbedrijden, helaas. Zorgvuldig huifbedrijden met de cliënt moet vooropstaan, niet de portemonnee van de initiatiefnemer.”
Het liefst zou de SBH zien dat aanbieders van huifbedrijden aan een verplichte keuring voldoen. „Dat krijgen we nog niet voor elkaar”, aldus Mund. „Daarom hebben we in samenwerking met de Federatie Paardrijden Gehandicapten een systeem ontwikkeld voor certificering. In de nabije toekomst komt er ook een kwaliteitslabel voor maneges die veilig paardrijden aan gehandicapten aanbieden. Iedereen kan dan in één oogopslag zien dat de manege een verantwoorde locatie is.”