„Peilingen leggen crisis in bestel bloot”
DEN HAAG. Het voortdurend peilen van de mening van de bevolking veroorzaakt geen crisis in ons politieke bestel. Het is juist omgekeerd: peilingen leggen de al bestaande crisis bloot en kunnen een remedie bieden, zei Maurice de Hond maandag in de Thorbeckelezing 2013.
Uitgangspunt in het denken van De Hond is dat politici moeten doen wat de meerderheid van het volk wil. Wat ze op zijn minst moeten doen, is het uitvoeren van de wil van hun eigen kiezers. De opiniepeiler vond het daarom „buitengewoon vreemd en storend” dat NRC Handelsblad en de Volkskrant in 2011 GroenLinksleider Sap „dapper” en „een goed leider” noemden omdat zij de wil van haar achterban durfde trotseren. „Dat is toch onzin? Het was niet verkeerd van Sap dat zij in de Kunduzkwestie een eigen opvatting had. Maar zij had moeten zeggen: Geef me een week of drie, dan ga ik in intensief overleg met mijn kiezers. Dan waren er vervolgens twee opties geweest. Of zij slaagde erin haar achterban te overtuigen. Of zij slaagde daar niet in. In dat laatste geval had ze moeten zeggen: Ik vertrek, want blijkbaar ben ik uw vertegenwoordiger niet meer.”
Volgens De Hond loopt het Nederlandse staatsbestel, dat nog grotendeels functioneert zoals Thorbecke het in 1848 heeft opgezet, vreselijk uit de pas met moderne ontwikkelingen. „Onlangs waren mijn schoonouders uit Cuba op bezoek. Die wilden weleens weten hoe onze westerse democratie werkt. Ze vroegen: Die minister-president, wanneer kiezen jullie die? Ik zei: Nou, zo zit het niet helemaal, die komt voort uit de regering. Ze zeiden: en wanneer kiezen jullie díé? Ik zei: Nou, zo zit het niet helemaal, de regering komt voort uit de Tweede Kamer. Ze vroegen: En de Eerste Kamer, wanneer kiezen jullie die? Ik antwoordde: Nou, zo zit het niet helemaal, die wordt gekozen door de Provinciale Staten. En dan hadden we het over de niet-gekozen burgemeester of over de afwezigheid van referenda nog niet eens gehad…”
Het grote probleem in onze democratie is volgens de opiniepeiler dat het bestel allerlei ontwikkelingen, zoals een veel hoger opleidingsniveau van de bevolking en betere en snellere manieren om de mening van het volk te peilen, heeft gemist. „Daardoor worden aan het Binnenhof besluiten genomen waarvan gezegd wordt dat zij de wil van het volk weerspiegelen, maar waarvan maar zeer de vraag is of ze dat ook werkelijk doen.”
De Hond kreeg maandagavond, in de oude vergaderzaal van de Tweede Kamer, behalve bijval ook kritiek. Zo plaatsten de politicologen Van Praag en Klein Nijenhuis vraagtekens bij de door hem gevolgde peilmethode. Klein Nijenhuis: „Niemand weet precies hoe die werkt. Maar wat onderzoek in elk geval heeft aangetoond, is dat de manier van vragen en de volgorde van vragen zeer bepalend zijn voor de uitkomst. U weet dat, maar lijkt er zich nauwelijks rekenschap van te geven.”
Volgens de politicoloog maakt het voor de uitkomst bijvoorbeeld veel uit of een opiniepeiler de ondervraagde éérst een reeks vragen voorlegt over de financiële crisis op Cyprus en daarná de vraag: Hoeveel vertrouwen hebt u in de politiek? of dat hij het precies andersom doet.
Een in de zaal aanwezige ondernemer zag weinig in de door De Hond bepleite, door peilingen aangedreven democratie. „Ik moet er niet aan denken om elke dag te moeten peilen welke kant mijn werknemers precies op willen. En zou een deel van het volk ook niet liever willen dat we in de politiek een soort van sterke man hadden, die zei: Díé richting moet het op?”