Kalkoenensector vreest einde na uitbraak ziekte
Pluimveehouders vrezen het einde van de kalkoenensector na de uitbraak van een ziekte. In twee kalkoenenhouderijen in Limburg is de zwartekoppenziekte aangetroffen. Ook in een kleine kalkoenenhouderij in Zeeland werd de ziekte aangetrofen. Het medicijn dat tegen de ziekte bestaat, mag van de Europese Commissie niet worden gebruikt, omdat het mogelijk kankerverwekkend is voor mensen.
De VVD wil dat minister Veerman van Landbouw via een verkorte procedure het gebruik van een nieuw medicijn mogelijk maakt. GroenLinks wil donderdag in de Tweede Kamer een spoeddebat met de minister.
Het VVD–Kamerlid Oplaat heeft de bewindsman gevraagd of de zogeheten verklikkippen verantwoordelijk zijn voor de besmetting. De sector veronderstelt dat dat zo is. Oplaat vreest dat „de kippen zijn gebruikt als een paard van Troje om de ziekte bij de kalkoenen te brengen".
De ziekte die bekend staat als Blackhead is vorige week uitgebroken bij een grote kalkoenenhouder in het Midden–Limburgse Leveroy en een naburige biologische kalkoenenhouderij. Ongeveer rond hetzelfde tijdstip brak de ziekte ook uit bij een biologisch bedrijf in Zeeland. Volgens een woordvoerder van het Productschap Vee, Vlees en Eieren ging het in Zeeland om een klein aantal dieren dat inmiddels allemaal is bezweken aan de ziekte.
De fabrikant van het verboden medicijn, Solvay, voert een proces tegen de opstelling van de EC, maar dat kan jaren duren. „Dat overleeft de kalkoenensector niet", aldus T. Coumans van de vakgroep Pluimveehouders van de Limburgse Land– en Tuinbouwbond LLTB. Limburg geldt als het centrum van de Nederlandse kalkoenenhouderij. „Dit kan de nekslag zijn voor de sector", bevestigt D. van de Riet van het Productschap Vee, Vlees en Eieren. „Het komt de bedrijven zeer rauw op hun dak, met de eerste bevolking van de stallen na de vogelpest."
Blackhead wordt veroorzaakt door een eencellig organisme, dat voorkomt in eitjes van een spoelworm. Deze eitjes kwamen in de stallen van de kalkoenenhouders terecht via de verklikkippen, die na de vogelpest werden uitgezet.
In eerste instantie worden de kalkoenenbedrijven bedreigd waar verklikkippen zijn ingezet. Ook andere bedrijven kunnen door overwaaien van blackhead worden getroffen. Voor uitbraak van de vogelpest, begin maart, telde Limburg 800.000 kalkoenen. Uit angst voor de verspreiding van de ziekte werden alle kalkoenen in de provincie gedood. Volgens de Gezondheidsdienst voor Dieren telt Nederland nu in totaal 112 bedrijven met een totale hoeveelheid van 1,3 miljoen stuks. De Gezondheidsdienst meldt dat de ziekte in geen enkel opzicht kan overslaan naar mensen.
In Frankrijk is de ziekte dit jaar vastgesteld op een groot aantal bedrijven. In het noorden van Duitsland werd blackhead eveneens aangetroffen. Uit cijfers uit de Verenigde Staten blijkt, dat zeker 60 procent van de legkippen besmet is met blackhead. Kippen worden niet ziek van de worm, kalkoenen wel. Ze sterven binnen tien dagen.
Ook na ontruimen van besmette stallen kunnen er geen nieuwe kalkoenen geplaatst worden, omdat de eitjes dertig jaar lang kunnen overleven. De ziekte kan makkelijk worden verspreid, zelfs via overgewaaide zandkorreltjes die de eieren van de spoelworm meedragen.
De parasiet is echter minder besmettelijk dan virusziekten als vogelpest of mond– en klauwzeer. Om die reden is bestrijding een zaak van de Nederlandse overheid zelf. De Europese Commissie bemoeit zich er niet mee, aldus een woordvoerder van de Commissie. Dat betekent dat Europa aan Nederland en andere getroffen landen geen import– of exportverboden van kalkoenen oplegt. Ook betaalt Brussel niet mee aan eventuele vergoedingen voor geruimde kalkoenen.