‘End poverty’ is de simpele nieuwe slogan van de Wereldbank, die in koeienletters op de gevel van het hoofdkwartier in Washington is geplakt. Onder leiding van de nieuwe president Jim Yong Kim heeft de bank zich voorgenomen dit doel in 2030 te bereiken.

„Het is goed om deze ambitie te hebben en ik hoop dat we hem halen”, zei Heemskerk over die deadline. Er is op het gebied van armoedebestrijding mede dankzij de programma’s van de Wereldbank al veel bereikt, benadrukte hij. „Maar het lastigste deel moet nog komen. Denk aan falende staten, landen waar burgeroorlog heerst of bijvoorbeeld over betere toegang voor vrouwen tot banen.”

Kim benadrukte afgelopen week dat alleen het verhelpen van extreme armoede, gedefinieerd als een inkomen van hoogstens 1,25 dollar per dag, niet genoeg is. „We moeten de inkomens zien te verhogen van de armste 40 procent van de bevolking in elk land. Ons werk ligt in elk land waar armoede is.”

Daarvoor moet er wel meer focus komen in de taken die de bank op zich neemt. Nederland wil op dat vlak dat de aandacht vooral wordt gericht op hulp aan de allerarmste landen. Volgens Heemskerk wordt dat streven ook gedeeld door de leiding van de bank. Die heeft de leningen die aan middeninkomenslanden worden verstrekt echter ook nodig om de eigen organisatie, met wereldwijd zo’n 14.000 werknemers, overeind te houden. De opbrengsten van de leningen financieren ook voor een deel de giften en goedkope leningen die aan arme landen worden verstrekt.

Nederland draagt ruim 300 miljoen euro per jaar bij aan de middelen van de Wereldbank. Door de bezuinigingen neemt dit bedrag de komende jaren echter af. „De bank zal meer moeten doen met minder”, zei Heemskerk daarover. Als het aan Nederland ligt, betekent dat ook dat salarissen bij de bank omlaag gaan. Daar is echter nog lang geen overeenstemming over. „We lopen op dat vlak voorop”, aldus Heemskerk. „Anderen zijn bang dat lagere lonen afbreuk doen aan de statuur van de bank.”