Martine Vonk leeft met de seizoenen
Martine Vonk (38) uit Vianen kan er niet over uit dat er tijdens een picknick van haar kerk plastic wegwerpbordjes waren aangeschaft. Juist christenen zouden volgens haar zorg voor de wereld om hen heen moeten hebben. „Omdat geloof in God en zorg voor Zijn schepping niet losgetrokken mogen worden.”
Het gesprek met Martine Vonk vindt plaats op een voor haar passende locatie: het station. Ze is onderweg naar huis, vanuit Deventer, waar ze sinds enkele weken lector ethiek en technologie aan de Saxion Hogeschool is. Haar trein heeft vertraging, waardoor ze een kwartier later aankomt dan afgesproken, maar ze moppert niet op haar vervoerder. „Het aparte is dat je mensen vaak hoort klagen over de trein, maar wanneer ze met de auto gaan en in de file terechtkomen, zeggen ze niets. Files horen er blijkbaar bij. Deze vertraging had bovendien een trieste aanleiding. Er was iemand voor de trein gesprongen. Klagen is op zo’n moment helemaal niet gepast.”
Vonk bestelt thee. Wanneer haar kopje gebracht wordt, lichten haar ogen op. Alle theezakjes waaruit ze kan kiezen, hebben een fairtradekeurmerk. „Dat is mooi. Zoiets kleins zoals welke thee je drinkt maakt echt verschil in het leven van de mensen die de thee produceren.”
Het leven van Martine Vonk is doortrokken van duurzaamheid. In haar studie, haar promotieonderzoek, haar werk, maar ook in haar dagelijks leven als moeder en echtgenoot is ze bezig met dit thema. „Duurzaam denken zit altijd in mijn gedachten. Ik weet vaak niet anders meer. Maar dat wil niet zeggen dat het altijd vanzelf gaat. Bewust leven vraagt bewuste keuzes. Mijn man en ik werken beiden parttime. We willen ook graag tijd hebben voor andere dingen, zoals werken in de natuur of op de moestuin.”
Van jongs af aan was ze zich als boerendochter bewust van de wereld om haar heen. „Mijn ouders hielden koeien. Het leven dicht bij de natuur was vanzelfsprekend voor me. We leefden met de seizoenen. En dat doe ik nog steeds. Iedereen weet dat er in de winter geen boontjes of sla groeien. Eet je dat dan wel, dan worden ze met het vliegtuig ingevlogen. En dat is jammer. Dat kost meer. Aan brandstof bijvoorbeeld. En daardoor legt het eten van wintergroenten in de zomer en andersom meer druk op de schepping.”
In haar studententijd raakte ze geboeid door het milieu. „Juist omdat het een onderwerp is dat heel dichtbij staat. Het raakt iedereen. Ook mijzelf.” Ze verdiepte zich in vragen rond duurzaamheid en geloof. „Christenen lopen niet voorop in de milieubeweging. Ik denk dat dat komt doordat veel christenen de Bijbel lezen met een westerse bril, gevormd door het Griekse denken, waarbij de schepping vooral als nuttig voor de mens werd gezien. Ik geloof dat je de Bijbel meer vanuit de joodse traditie moet lezen: de schepping heeft waarde in zichzelf, omdat God de Schepper is.”
Veel christenen trekken volgens haar geloven in Christus en het navolgen van Hem uit elkaar. „Te veel op het zielenheil gaan zitten, is naar mijn idee een half Evangelie. Doordat wij geloven in God, is onze inzet voor duurzaamheid en rechtvaardigheid anders dan puur activisme. Wij hoeven de wereld niet te redden, dat heeft God al gedaan. Maar het heeft wel degelijk consequenties voor onze leefstijl.”
Tijdens een onderzoek naar bloementeelt in Kenia ontdekte Vonk hoe onze levensstijl invloed heeft op mensen in ontwikkelingslanden. „Veel bloemen die wij in Nederland kopen, komen daar vandaan. Maar mensen die in Kenia in de bloementeelt werken, gebruiken vaak nog wel bestrijdingsmiddelen die hier allang verboden zijn, waardoor de werknemers ziek worden of eerder sterven.”
Ook elders in de wereld komen dergelijke misstanden voor. „In Brazilië worden bossen platgebrand en mensen uit hun gebied verdreven, zodat er graan kan worden verbouwd. En in China werken kinderen in de kledingindustrie.”
De kennis die ze tijdens haar studie vergaarde, veranderde haar eigen levensstijl. „Ik liep anders door de supermarkt. Ik koos voor biologisch, hoewel daar in die tijd nog niet veel keus in was. Of ik koos voor producten die in de regio geproduceerd waren. Zo sloot ik me in Nijmegen aan bij een voedselcoöperatie, waardoor ik groenten kon kopen van boeren uit de buurt.”
Als student kocht ze veel spullen tweedehands. Reizen deed ze met de bus. Of liftend. „Dat deed ik bewust, maar het paste als student natuurlijk ook goed bij m’n budget.”
Nu ze werkt en ook meer te besteden heeft, maakt dat het op sommige vlakken lastiger om duurzaam te leven. „Je verlegt je wensen. Voor een baan moet je er netjes uitzien, maar ik koop nu wel grotendeels ”eerlijke” kleding. En tijdloos. Ik liet eens een kleuradvies opstellen, om miskopen te helpen voorkomen. Voor familiebezoek is een auto handig. Die hebben wij nu ook. Maar ik reis bij voorkeur met de trein, dan kan ik lekker lezen.”
Dat ze nu meer te besteden heeft dan vroeger, maakt duurzaam leven ook makkelijker. „We hebben nu geld om bijvoorbeeld biologisch voedsel te kopen. Ik koop alleen biologisch afbreekbaar wasmiddel. En elk jaar investeren we in iets duurzaams voor ons huis, een doorsnee jaren-70-rijtjeshuis in Vianen. Toen we hier net kwamen wonen, hebben we isolatieglas laten zetten. Twee jaar geleden kochten we een houtkachel, afgelopen jaar sloten we er een warmtepomp op aan, zodat de kachel ook ons water verwarmt. Nu zijn we aan het sparen voor zonnepanelen.”
Ook de omgeving speelt een rol bij duurzaam leven. „Je ziet dat mensen om je heen kleding volgens de laatste mode dragen, vaak en ver op vakantie gaan, een groter huis kopen of een nieuwe keuken. Natuurlijk heb ik die verlangens ook weleens. Maar het is ook een keuze om tevreden te zijn met wat je hebt. Om te kijken of iets echt nodig is. Onze keuken is nog van de vorige bewoners. Hij is niet echt mooi, maar goed. Dan kies ik er dus bewust voor die te laten zitten. We moesten wel een nieuwe koelkast. Dan kopen we er gelijk een met energieklasse A+. Dat geeft minder belasting voor het milieu.”
Dit is het eerste deel in een serie over mensen die vertellen over duurzaam leven. Volgende week deel 2.