Zijn GroenLinks, CU en SGP de nieuwe gedogers?
Het kabinet lijkt met steun van de oppositie het sociaal akkoord door de Kamer te kunnen loodsen. De bonte coalitie van GroenLinks, ChristenUnie en SGP lijkt hiertoe nog het meest genegen.
Op de dag dat het Centraal Planbureau een rapport presenteerde met de angstwekkende titel ”Is er nog hoop?” toonde het kabinet zich woensdag, aan het slot van het debat over het sociaal akkoord, uiterst positief over zijn toekomst. „Ik heb in de twintig jaar die ik al meedraai in dit huis, nog niet meegemaakt dat er zó’n breed draagvlak is om dingen op orde te brengen”, stelt minister Kamp (Economische Zaken) verheugd.
Iets realistischer is even later wellicht PvdA-leider Samsom. In zijn slotwoord toont hij zich er tevreden over „dat niemand in dit parlement, misschien op het blokje van de PVV na, het sociaal akkoord afwijst.”
Hoewel ook van 50PLUS en de Partij voor de Dieren weinig steun kan worden verwacht –de bijdrage van Thieme was een ware litanie tegen kabinet én polder– slaat Samsom de spijker op de kop: weinigen zijn voluit tegen. Maar wat het lastig maakt voor het kabinet is dat tegelijkertijd weinigen zich woensdag ook volmondig vóór toonden. Met name D66 en het CDA hielden zich op de vlakte, waarbij CDA-leider Buma aangaf dat er wellicht „delen van het akkoord” zullen moeten worden gewijzigd om in aanmerking te komen voor steun van de christendemocraten.
Voor een deel spelen CDA en D66 hierbij natuurlijk ”hard to get”: nu al aangeven bij het kruisje te tekenen zou de onderhandelingspositie tegenover het minderheidskabinet in de Eerste Kamer danig verzwakken.
Anderzijds is het de vraag of D66 werkelijk kan leven met sommige van de uitgestelde en deels afgezwakte hervormingen in het akkoord op de terreinen van WW en ontslagrecht.
Het CDA omarmt weliswaar de polder, maar lijkt er bunzig voor zijn beschutte plek in de kritische oppositie te verlaten door zich te verbinden aan een kabinet dat niet bepaald de populariteitsprijs wint. Niet voor niets stelt de partij op alle dossiers zeer hoge –welhaast onmogelijke– eisen.
Nee, als de gesproken woorden van woensdag enigszins maatgevend zijn voor de oppositionele steun die er mag worden verwacht voor de 63 plannen in het sociaal akkoord, dan diende zich voor de goede hoorder een nieuwe, bonte coalitie van mogelijke gedogers aan: GroenLinks, ChristenUnie en SGP. Die partijen toonden zich overduidelijk het positiefst over het akkoord.
Na zes maanden meerderheden zoeken, kan het kabinet inmiddels tellen als de beste. Het zal daarom zeker hebben geconstateerd dat deze drie partijen samen precies de acht zetels kunnen leveren die VVD en PvdA zo hard nodig hebben in de Senaat om de arbeidsmarktplannen uit het sociaal akkoord tot wetgeving te kunnen omsmeden.
Hoewel zakendoen met één partij voor het kabinet de voorkeur zal genieten (waarvoor eigenlijk alleen het CDA een optie is), hebben CU en SGP recent bij de totstandkoming van het woonakkoord al laten zien dat er met hen te onderhandelen valt, mits daar –uiteraard– wat tegenover staat.
Zo gaf SGP-leider Van der Staaij woensdag al een hint door te benadrukken dat „een kabinet dat op materiële thema’s kiest voor polderen, niet op immateriële thema’s, zoals smalende godslastering en gewetensbezwaarde ambtenaren, moet gaan polariseren.” Zijn woorden werden door Pechtold direct als „een dreigement” bestempeld, maar Van der Staaij hielde het bij „een positief appel.”
GroenLinks op haar beurt kijkt dan misschien niet met veel vreugde terug op de deelname aan het lenteakkoord, maar zal tegelijkertijd beseffen dat de vijf zetels die de partij nog(!) heeft in de Senaat –tegenover vier in de Tweede Kamer en nog minder in de peilingen– nimmer zo zullen renderen als met het verlenen van wat steun. In de vergroening en verduurzaming die de partij nastreeft, vindt ze ook nog eens een bondgenoot in de ChristenUnie (én de PvdA).
De tijd zal leren –de wetsvoorstellen over WW en ontslagrecht komen pas in het najaar naar de Kamer– of GroenLinks inderdaad D66 zou kunnen vervangen in de drieslag met CU en SGP die het kabinet recent al te hulp schoot met de plannen voor de woningmarkt.
Een bemoeilijkende factor lijkt daarbij dat, anders dan SGP en CU, GroenLinks niets ziet in aanvullende bezuinigingen voor 2014. Alhoewel diezelfde opstelling de partij vorig jaar ook niet weerhield om extra bezuinigingen voor 2013 te schragen in het lenteakkoord.
Rutte toonde zich woensdag in ieder getal weer bereid de prijs van concessies te betalen voor de noodzakelijke steun van de oppositie, iets wat bij zijn eigen partij leidt tot steeds meer gepiep en gekraak én een recente toezegging van fractieleider Zijlstra om zich meer dualistisch op te stellen jegens zijn VVD-premier.
Die gaf woensdag echter geen krimp, alle kritiek op zijn beleid ten spijt. „Het zoeken naar breed draagvlak in Kamer en samenleving is inmiddels gelukt voor het woonakkoord. Ik heb goede hoop dat dit ook gaat lukken op de andere grote maatschappelijke vraagstukken”, aldus Rutte. „Wat mij betreft gaan we zo door tot 2017. Dat is geen zwakte, dat is kracht.”