Kraakverbod
Het CDA-kamerlid Ten Hoopen heeft het initiatief genomen om het kraken van bedrijfspanden te verbieden. Hij kan daarbij, zo bleek dinsdag, op de instemming van een meerderheid in de Tweede Kamer rekenen.De ruimte die wij in Nederland bieden voor het kraken van leegstaande panden trekt veel krakers uit het buitenland aan. In die kraakpanden gebeuren allerlei duistere zaken, aldus de CDA’er. Bovendien draait de eigenaar van het pand op voor de schade.
De juridische bescherming van de kraker is nog een overblijfsel uit de jaren zeventig. Ook al hadden krakers zonder toestemming van de eigenaar de toegang tot een pand geforceerd, als hun bed er eenmaal stond, hadden ze het recht om er te wonen. Wie hen er uit wilde gooien (ook al was hij de eigenaar) maakte zich schuldig aan huisvredebreuk.
Vaak was het een hele kunst om de krakers er weer uit te krijgen. De eigenaar moest van de rechtbank toestemming krijgen voor de ontruiming van zijn pand. Daarbij deed zich aanvankelijk ook het probleem voor dat hij de naam van de krakers (althans van een van de krakers) moest weten om hen te kunnen dagvaarden.
Vervolgens was in een aantal gevallen een forse politiemacht nodig om dat rechterlijk vonnis uitgevoerd te krijgen. In Amsterdam kwam het zelfs voor dat die inzet van de politie geweigerd werd, uit vrees voor een massale verstoring van de openbare orde. Op die manier verloor een rechterlijk vonnis alle waarde.
Inmiddels is het tij gekeerd. Nu heeft de motie-Ten Hoopen alleen betrekking op bedrijfspanden, maar het verdient overweging om in één moeite door ook het kraken van woningen te verbieden. Daarvan geldt eveneens dat het een ontoelaatbare inbreuk vormt op het eigendomsrecht. Onder het motto ”brutalen hebben de halve wereld” dringen krakers voor bij de woningdistributie en nemen zonder toestemming van de eigenaar een pand in gebruik.
Ook wanneer panden langdurig leegstaan, kan dat geen argument zijn om daar op eigen houtje in te trekken. Onroerend goed is naar zijn aard traag en star. Het duurt een hele poos voor een gebouw er staat en gebruiksklaar is.
Het maken van de plannen en het verkrijgen van de nodige vergunningen duurt vaak langer dan de feitelijke bouw. En als het eenmaal gebouwd is, haal je het niet zomaar weg. Dan staat het pand er voor een halve eeuw of langer.
Door krakers en hun sympathisanten wordt vaak aangevoerd dat wonen een recht is. Maar dat kan men zo in z’n algemeenheid niet stellen. Om ergens te mogen wonen, heb je in ieder geval een geldig koop- of huurcontract nodig. Anders heb je er niets te zoeken.
Uiteraard is een dak boven je hoofd wel een eerste levensbehoefte. Zeker in ons klimaat. De bevolkingsdichtheid van Nederland brengt met zich mee dat je niet zomaar overal kan gaan bouwen. En veel mensen zijn op het huren van onderdak aangewezen, omdat ze onvoldoende geld hebben om een woning te kopen.
Nu is er duidelijk een tekort aan goedkope woonruimte. Dat is eigenlijk al sinds de Tweede Wereldoorlog het geval. Tot op zekere hoogte is dat een kunstmatig tekort. Moeizame planologische procedures, opgeschroefde eisen aan te bouwen woningen, vergaande huurbescherming en een huurniveau dat een rendabele exploitatie onmogelijk maakt, hebben daartoe bijgedragen.
Een algeheel kraakverbod moet dan ook gepaard gaan met een groter aanbod van simpele en goedkope huisvesting. Er zijn nu eenmaal mensen die niet veel kunnen of willen betalen en hun eisen ook niet zo hoog stellen. Ook die moet je wat te bieden hebben. Anders komen ze op straat terecht of komen ze in de verleiding om een pand te kraken.