Volgens directeur Martin Dorsman van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) hoeft Nederland daarvoor niet het wiel opnieuw uit te vinden; veel andere landen, waaronder Noorwegen en Denemarken, hebben al regelingen opgesteld. Met daarin voorwaarden waaronder beveiligingsbedrijven een vergunning kunnen krijgen om gewapend aan boord van koopvaardijschepen te gaan.

Minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie zegde woensdag toe dat ze de mogelijkheid onderzoekt om private bedrijven schepen te laten bewaken die door gevaarlijke wateren moeten. Bijvoorbeeld de Golf van Aden, waar Somalische piraten al jaren schepen aanvallen en kapen en bemanningen gijzelen voor losgeld. „Een heel belangrijke stap”, noemt Dorsman het. Voor Hennis’ voorganger Hans Hillen was de inzet van niet-militairen immers niet bespreekbaar.

Het gaat vooral om de kleinere vrachtschepen die gebaat zouden zijn bij gewapende beveiligers. De allergrootste vaartuigen kunnen in de meeste gevallen wel een militair Vessel Protection Detachment (VPD) krijgen. Voor kleinere schepen is dat lastig, omdat hun route vaak pas kort van tevoren vastligt. „Dan moet je flexibel zijn en daar kan een militair team niet aan voldoen”, zegt Dorsman.

Volgens Dorsman zijn er genoeg bedrijven die aan de voorwaarden voor een vergunning zouden voldoen, ook al is er bij gebrek aan regels nog niemand gecertificeerd. Nu al vaart er geen schip zonder gewapende bemanning door de Golf van Aden of andere zeeën waar piraten op de loer liggen. „Ongeacht onder welke vlag ze varen”, zegt Dorsman. „Het risico is gewoon te groot voor de bemanning om zonder te gaan. Bovendien is de werkgever wettelijk verplicht de veiligheid van opvarenden te garanderen.”

Dat er bewakers in de arm worden genomen die mogelijk wat al te gretig de trekker overhalen, ziet Dorsman niet zo gauw gebeuren. „De reders zijn verantwoordelijk voor een veilige doorvaart, die letten goed op dat ze geen cowboys aan boord nemen.”