Opinie

In boeken schemert levensbeschouwing auteur door

Het geloof is rijk, maar ik voel me vaak erg kwetsbaar om daarvan in een verzónnen verhaal te getuigen, zegt Ben Slingenberg,

21 October 2003 14:19Gewijzigd op 14 November 2020 00:39
„Erg belangrijk vind ik dat kinderen en ouders kunnen meeleven met de hoofdpersonen. Via mijn boeken/verhalen hoop ik dat ze zelfs een beetje kunnen meevoelen.” Foto RD, Anton Dommerholt
„Erg belangrijk vind ik dat kinderen en ouders kunnen meeleven met de hoofdpersonen. Via mijn boeken/verhalen hoop ik dat ze zelfs een beetje kunnen meevoelen.” Foto RD, Anton Dommerholt

die de vraag of een kinderboekenschrijver mee moet helpen via zijn boeken de kinderen (christelijk) op te voeden een discussie waard vindt. Op woensdag 1 oktober stond er in het Reformatorisch Dagblad een recensie van mijn nieuwe kinderboek: ”Alleen!”. Enthousiast ben ik, als jeugdboekenschrijver, over alle aandacht die het RD geeft aan het kinderboek. Zo ook over het extra katern over jeugdboeken van die woensdag. Bijna geen ander dagblad heeft zo veel (goede) recensies over kinderboeken.

Steengoed
De lezer kan zich wellicht voorstellen dat ik met steeds sneller kloppend hart de recensie van mijn nieuwe boek in me opnam. Niet vaak overkomt het je als schrijver dat er woorden over je geschreven worden als „humor, vrolijkheid en spanning, een uitstekend geschreven boek”, tot zelfs „behorende tot de steengoede kinderboekenschrijvers.” Reden genoeg om dubbel te controleren of de schoenen wel goed gestrikt zijn. Immers, de kans ernaast te gaan lopen wordt dan reusachtig groot.

Alleen… boven de recensie staat: De Bron ontbreekt in Ben Slingenbergs ”Alleen!”. Deze zin raakte me diep!

Misschien verwacht de recensent dat een kinderboekenschrijver meehelpt om via zijn boeken de kinderen (christelijk) op te voeden. Dit onderwerp is een discussie waard. Is dat wel de bedoeling van een fictiekinderboek? Een boek is in de eerste plaats bedoeld om kinderen ongestoord een poosje heerlijk en verántwoord te laten genieten.

Natuurlijk, er is meer over te zeggen. Bij het schrijven van een boek zou ik erover kunnen denken de hoofdpersoon te laten bidden om een goede afloop. Op dat moment wordt de uitkomst van mijn verzónnen verhaal gekoppeld aan de Schepper. En juist dat is de reden waarom ik het niet gedaan heb.

Toch wil ik met mijn boeken, en ook met ”Alleen!”, wel degelijk voeden en opvoeden. Als ouder en onderwijzer ervaar ik dagelijks hoe ongelooflijk veel er inwerkt op kinderen: de aanslagen in Amerika, zinloos geweld op straat, pesten in de klas, oorlog in Afghanistan/Irak. Ik probeer -als tegenwicht- positieve prikkels te bieden.

De wereld in een goed boek werkt in op kinderen. Een goed kinderboek kan positief beïnvloeden. Positief, omdat de kinderen al met zo veel negatieve prikkels in aanraking komen. Lezen stimuleert tot nadenken. Tot kiezen, zo men wil.

Erg belangrijk vind ik dat kinderen en ouders kunnen meeleven met de hoofdpersonen. Via mijn boeken/verhalen hoop ik dat ze zelfs een beetje kunnen meevoelen. Door meevoelen veranderen ze soms en krijgen ze begrip. Als Lumie sterft, krijg je tranen in je ogen (”Een e-mail van Lumie”). Als de opa van Puck (”Soms wens je alles anders”) zijn geheim vertelt, leef je heftig met hem mee. Als Casper op de vlucht slaat (”Dan gaan we samen”), moet je even slikken, en in bovenstaand boek (”Alleen!”) maakt Jens zo veel mee… Door meevoelen ga je meeleven. Door meeleven word je iemands naaste! Dat is opvoederigheid, maar dan van de beste soort.

Begrip en liefde
Waar de naaste in het geding komt, is ook God in het geding. Misschien niet zo expliciet als de recensent bedoelt, maar toch. Bij mij als schrijver speelt de Bron een belangrijke rol in mijn leven. Het geloof is rijk, maar ik voel me vaak erg kwetsbaar om daarvan in een verzónnen verhaal te getuigen.

Het liefst wil ik met een kinderboek iets van begrip (de recensie sprak van „vriendschap, vergeving, eerlijkheid”) en liefde tot de naaste overbrengen. Door in een kinderboek deze dingen (die de Bijbel ons leert!) voelbaar te maken en te beschrijven, kan ik ondersteunen wat door anderen (kerk, school, thuis) geleerd wordt over het geloof en de Bijbel. Zij (kerk, school, thuis) zijn daar, vind ik, meer de aangewezen personen voor.

De lezer mag van een christelijke auteur een christelijke moraal verwachten; die verwachting geeft hem bestaansrecht! Maar aan de verwachting dat een christelijke auteur die fictie schrijft de lezer dichter bij God zal brengen, valt (althans wat mij betreft) niet te voldoen.

Hoewel niet elk artikel in het RD getuigt van de Schepper -sommige artikelen zouden wellicht in een andere krant geplaatst kunnen worden- mag de lezer van die krant verwachten dat gepoogd wordt alles verántwoord vanuit het bijbels perspectief te schrijven. Zo mag men van mij, die mijn boeken uitgeef bij een goede (christelijke) uitgever, verwachten dat het boek bijdraagt aan verántwoord vermaak voor kinderen. Dat is, vind ik, uiteindelijk toch het doel van een fictiekinderboek.

Laat het duidelijk zijn dat ik als schrijver wel degelijk de Bron ervaar, zowel in de keuze als in de uitwerking van het verhaal. Iedere schrijver creëert in zijn fictieverhalen een beeld van de werkelijkheid. Een schrijver brengt dus iets van zijn levensbeschouwing over in zijn verhalen. De christelijke levensovertuiging die ik heb, geeft een duidelijke kleur aan mijn verhalen. In mijn boeken wil ik graag warmte, begrip en hoop laten doorklinken.

De auteur is kinderboekenschrijver.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer