„Economisch hervormen én dreigen met kernwapens is wat Kim wil”
APELDOORN – Raketten en bommen domineren het nieuws over Noord-Korea en daarmee bepalen ze onze kijk op dat land: met deze wereldvreemde dwerg valt niet te praten. Toch is er ook een andere kant – minder in het oog lopend maar evengoed spectaculair: Noord-Korea wil zijn economie hervormen en openleggen.
Want terwijl dictator Kim Jong Un de ene bedreiging na de andere de wereld inslingerde, was hij intern bezig met het vervangen, aanstellen en verplaatsen van zijn directe medewerkers. En die maatregelen leveren een ander beeld op van Noord-Korea: een staat die economisch wil hervormen en naar buiten toe zich wil openen.
In een recente post op de website 38North meldde Noord-Koreakenner Michael Madden een reeks van aanstellingen, ontslagen en personele verschuivingen waarmee Kim Jong Un zijn macht wil verstevigen. Het kwam volgens Madden neer op vervanging van oudgedienden die eerder door zijn vader –wijlen Kim Jong Il– waren aangesteld. Op hun plek zette hij eigen mensen neer.
Dát de jonge Kim tot zulke acties in staat is, heeft hij mede te danken aan zijn belangrijkste steunpilaren, zijn oom Jang Song Thaek en diens vrouw, Kim Kyong Hui, zus van wijlen Kim Jong Il. Met deze twee erfde Kim Jong Un als het ware iets van het gezag dat de Kimfamilie uitstraalt, en dat is gebaseerd op de mythevorming rond zijn opa Kim Il Sung en zijn vader Kim Jong Il.
De opmerkelijkste benoeming die Madden vermeldt is die van Pak Pong Ju als lid van het hoogste machtsorgaan binnen de communistische partij, het politbureau. Pak werd tevens tot premier aangesteld. Dat is opmerkelijk, omdat Pak bekendstaat als voortvarend hervormer van de economie en als fervent voorstander van marktwerking en uitbreiding van handelsrelaties met het buitenland. Precies om die reden werd hij enkele jaren terug uit zijn functie als premier gezet, toen zijn in 2002 doorgevoerde hervormingsbeleid alsnog als te gewaagd werd gezien (want bedreigend voor het regime). Nu is precies deze hervormer terug in het centrum van de macht.
Tegelijkertijd werden drie generaals –Kim Kyok Sik, Hyon Yong Chol en Choe Pu Il– mannen die stonden te popelen om ook het politbureau binnen te stappen, in de wacht gezet – een niet mis te verstane boodschap van Kim aan de militaire top. Het politbureau telt nu vijf leden afkomstig uit de militaire factie en twaalf burgerleden afkomstig uit partij en kabinet. In een staat waar al vele jaren het ”militairen eerst”-beleid domineert, liggen dit soort wijzigingen uiterst gevoelig.
Intussen roept deze interne manoeuvre van Kim wel de nodige vragen op. „A change we can’t believe” (een ongeloofwaardige verandering), schreven de Noord-Koreakenners Stephan Haggard en Marcus Noland vorige week op hun blog. Enerzijds is het ook hun wel duidelijk dat Noord-Korea economisch een andere koers moet gaan varen. „Het inkomen per hoofd van de bevolking is er te vergelijken met dat van arme landen als Pakistan en Ivoorkust, en het Wereld Voedsel Programma van de VN (WFP) schat dat een derde van de bevolking tegen ondervoeding aanzit.” In zo’n benarde situatie is het niet meer dan logisch om kostbare middelen die nu vrijwel volledig naar het gigantische militaire apparaat gaan, in te zetten voor investeringen in de economie.
Ook Peter Hayes en Roger Cavazos benadrukken in The Asia Pacific Journal van 8 april dat Noord-Korea het zich niet kan veroorloven om een enorm militair apparaat te onderhouden en tegelijk de economie hervormen. Inkrimping van de strijdkrachten ligt dan ook voor de hand. Door kernwapens te ontwikkelen kán dat ook omdat een mogelijke militaire verzwakking wordt opgevangen door een ander wapen. „Dankzij die kernwapens kan Noord-Korea veel beter tegelijkertijd zowel militaire als economische doelen nastreven”, aldus Hayes.
Dat is ook precies wat is beoogd tijdens een zitting van de hoogste organen van de partij, begin deze maand. Toen is formeel gesteld dat Noord-Korea zich moet ontwikkelen tot kernwapenmacht en tegelijk zich economisch moet hervormen.
De al eerder vermelde twijfels die Stephan Haggard en Marcus Noland hebben bij deze koers, houden ook verband met die nucleaire optie. Zich presenteren als (in de ogen van de internationale gemeenschap illegale) kernwapenstaat en tegelijk economische hervormingen nastreven? Dat is een onmogelijke combinatie. „Als klein land is Noord-Korea afhankelijk van buitenlands kapitaal, technologie en kennis, maar wie is er zo gek om in een land te investeren dat de wereldgemeenschap bedreigt met kernwapens? Het regime heeft kennelijk niet door hoe tegenstrijdig zijn tweesporenbeleid is.”
Verder is het nog maar de vraag of de strijdkrachten zich zullen laten terugdringen ten bate van die hervorming van de economie. De militairen zijn nog altijd stevig met partij en staat verweven en daarom is het niet te verwachten dat de jonge Kim hen kan overtuigen om invloed op te geven.