Buitenwijk Krakow herbergde concentratiekamp Plaszow (fotoserie)
De onvergetelijke Holocaust; op duizenden plaatsen in West-Europa kreeg die gestalte in doorgangs- en vernietigingskampen. Overgeblevenen bevochten een eigen thuis in Israël. RD-fotograaf Henk Visscher volgt een groep Joodse mensen op hun herdenkingstocht in Polen en Jeruzalem.
In een buitenwijk van de Poolse stad Krakow bevond zich het voormalige concentratiekamp Plaszow. De Joden uit het getto van de stad werden hier tewerkgesteld in een steengroeve en een wapenfabriek. Vlak voor de bevrijding van het kamp, door de Russen, moesten de laatst overgebleven gevangenen deelnemen aan een mars naar Auschwitz. Daar werden ze vergast.
Het opvallendst is de vervallen villa van Amon Göth, de voormalige kampcommandant die vanaf zijn balkon bij wijze van tijdverdrijf willekeurig Joodse gevangenen doodschoot. Het woonhuis staat midden tussen de andere huizen. Het oogt vervallen en het staat al jaren te koop. Wie wil er nu op zo’n beladen plek wonen?.
Verder zijn er de resten van de oude Joodse begraafplaats. De nazi’s gebruikten de zerken als bestrating voor de entree van het kamp. Daarom vind je er alleen maar betonnen graftombes. Behalve op één graf, dat gespaard is gebleven. De tekst op de zerk vermeldt: ”Hier rust Chaim Abrahamer, gestorven in het jaar 5692 (1932), hij leefde 74 jaar”.
Op het uitgestrekte terrein staat ook een aantal verdwaalde monumenten. De plek waar ze geplaatst zijn oogt tamelijk willekeurig. Zo is het eigenlijk met heel het gebied. Als je het wilt betreden, waarschuwt een bord om het nodige respect op te brengen voor wat er hier is gebeurd. Tegelijkertijd hebben hangjongeren er hun domein en laten buurtbewoners er de hond uit.