Macht Opta twistappel in telecomdebat
Eindelijk start de Tweede Kamer dinsdag met de behandeling van de nieuwe telecomwet, die volgens een Europese richtlijn al op 25 juni van kracht had moeten zijn. Grote twistappel is de vraag hoeveel macht de Opta, als de onafhankelijke waakhond op de telecommarkt, precies toebedeeld krijgt.
Wat begon als een Europese kwestie, is daarmee een typisch nationale discussie geworden. Dat er een nieuwe telecomwet moet komen, wordt door niemand betwist. De Europese Commissie heeft immers op goede gronden alle lidstaten opdracht gegeven de wetgeving te actualiseren. Belangrijkste aanpassing is dat de wet niet meer alleen van toepassing is op telefonie, maar op „alle elektronische communicatiediensten.”
Ook het internet valt dus onder de regelgeving van de nieuwe wet. Bovendien wordt in de nieuwe wet geen onderscheid meer gemaakt in de infrastructuur. Daarmee erkent de wetgever dat telefonie via de ouderwetse koperen telefoonlijn concurreert met telefonie via kabel of satelliet. Telecomaanbieders krijgen mede daardoor te maken met algemeen mededingingsrecht. De sectorspecifieke aanpak uit de vorige wet komt te vervallen.
Het grote Nederlandse twistpunt is echter hoeveel macht op die (nog) vrijere markt de Opta moet krijgen. De Opta is de onafhankelijke waakhond die toeziet op eerlijke concurrentie. Vooral de voormalige monopolist KPN is daarbij haar voortdurende tegenstander. Vele malen heeft de Opta KPN al de voet dwars proberen te zetten, maar ook vele malen heeft de telecomgigant zijn zaak met succes aanhangig gemaakt bij de rechter.
Nu is Nederland met de nieuwe telecomwet mede zo laat doordat minister Brinkhorst (Economische Zaken) na zijn aantreden dit voorjaar eerst nog eens heeft bekeken of hij zich wel kon vinden in de bepalingen omtrent de Opta. Inmiddels is bekend dat de D66-bewindsman hecht aan sterke en tegelijk ook onafhankelijke toezichthouders. Hij heeft dan ook persoonlijk de bevoegdheden en sanctiemogelijkheden van de Opta verder laten verruimen (boetes tot 10 procent van de omzet).
Twee weken geleden stelde Brinkhorst, tijdens de behandeling van de begroting van Economische Zaken voor volgend jaar, dat hij strenger toezicht op nog jonge markten noodzakelijk acht. Meer markt vereist ook meer overheid, luidt zijn adagium. Hij stapt daarmee af van de benadering van zijn voorgangers, die vaak al te optimistisch waren over hoe oude monopolisten zich op pas geopende markten zouden gedragen tegenover nieuwkomers.
Juist vanuit de coalitie krijgt Brinkhorst echter, meteen nu het er om spant, fors tegenspel. De VVD vreest dat de Opta veel te willekeurig kan functioneren, waardoor zij bedrijven eindeloos kan lastigvallen. VVD-kamerlid Blok refereerde enkele weken geleden nog aan politiediensten uit niet-democratische landen, die zo veel macht hebben dat ze burgers ongemotiveerd tot last kunnen zijn. Niet voor niets is de politie in Nederland sterk ingekaderd, aldus Blok.
Iets vergelijkbaars wil de VVD deze week regelen met betrekking tot de Opta. Hoewel de Opta al een motiveringsplicht heeft, wil de VVD dat de toezichthouder wordt verplicht effectrapportages te schrijven. Daarin moet zij aangeven wat de gevolgen zijn van haar ingrepen voor het investerings- en innovatieklimaat in de telecomsector. Met name KPN klaagt dat Opta-acties vaak ten koste gaan van een gunstig ondernemingsklimaat.
Het CDA noemt deze gedachte van de VVD sympathiek en zal mogelijk een amendement in die richting steunen. Maar dat zal niet zomaar gaan, heeft kamerlid Atsma al gewaarschuwd. Het CDA wil namelijk ook nog eens goed beluisteren hoe minister Brinkhorst tot zijn keuzes is gekomen. Volgens Atsma gaat het uiteindelijk om een „zorgvuldig evenwicht tussen de Opta en de markt.”
De derde grote speler in het debat, de PvdA, is helemaal niet gediend van het VVD-idee. Elke poging van rechtse zijde om de macht van toezichthouders in te perken, wordt door de sociaal-democraten beschouwd als het opkomen voor de macht van de grotere bedrijven. Dit leidt volgens kamerlid Van Dam tot frustratie van het onafhankelijke toezicht. Van Dam wil voor dat doel best accepteren dat de Opta op korte termijn investeringen in de weg staat.
In de wandelgangen is KPN intussen druk bezig met zijn lobby, vooral om het CDA te bewegen de VVD te steunen. Daarbij gebruikt het telecombedrijf een argument waarvoor in het verleden veel politici gevoelig zijn gebleken. „We hebben DAF en Fokker zien verdwijnen. Als dit wordt doorgezet, drijf je ook KPN het land uit.”