Trouwjurk
Loesje. U kent haar misschien wel. Een leuke, spontane meid. Ooit een van mijn catechisanten. Binnenkort stort ze zich in het huwelijk. Ze vroeg mij om ‘haar’ trouwdienst te leiden.
Daar ben ik natuurlijk grotelijks mee vereerd. Zeker in mijn positie als dominee zonder gemeente. Misschien vindt u het een tikkeltje gênant dat ik indring in andermans tuintje. Loesje heeft toch ”d’r eigen dominee?” Jawel, maar moet die haar ook trouwen…? Het wicht zei me onlangs nog: Dominee, het is ónze dag. En Hannes, haar bruidegom, was het daar glad mee eens. Hij zou het eens niet met Loesje eens zijn. Ja, die Hannes is een goeie sul, aldus z’n eigen moeder. Een die niet moeilijk doet.
Maar goed, Loesje dus. Aan ”die” kun je de zaken wel overlaten. Zo lag het dan ook voor de hand dat zij verregaande zeggenschap nam met het oog op het verloop van ‘haar’ trouwdienst. Nu ben ik een plooibaar mens. Bovendien besef ik dat het een eer is om een trouwdienst te mogen leiden. Daarom krijgen de bruidsparen ook vergaand inspraak in de liturgie.
Sommigen willen ook zelf de trouwtekst kiezen. Mag allemaal. Een enkeling is zelfs bereid de preek voor mij te schrijven. Mag niet. Maar u merkt mijn toeschietelijkheid en plooibaarheid. Immers: voor je het weet zitten ze bij een collega. Daarom willigde ik ook de meeste wensen van Loesje in. De klant is koning.
En Hannes? Ach die goeie sul, die vond het allemaal prima. Ook toen ik een tegenbod deed. Want in ruil voor de vele vingers die ik inmiddels al aan Loesje was kwijtgeraakt, wilde ik nu een kleine tegenprestatie. Ik stond erop dat wij samen de trouwjurk zouden uitzoeken.
Bemoeizucht? Nee, bezorgdheid, zoals het een goede herder betaamt! Ik trek het mij aan als ik zo’n arm schaap op haar trouwdag met weinig om het lijf zie, alsof ze in de race is voor de Miss Hollandverkiezing. Het is toch ronduit sneu als zo’n kind zich over enkele jaren moet schamen voor al die filmsterachtige, sexy glamour waarmee ze niet misstaan zou hebben in Playboy of zo’n ander afkeurenswaardig blootblad.
Stelt u zich eens voor dat wij mannen ons zouden wagen aan zo’n openbare uitstalling van vleeswaren. We zouden het gemeentehuis misschien nog niet eens binnenkomen, laat staan de kerk.
U vindt mij wettisch? Ach, dat zij dan maar zo.
Een adviseur voor trouwjurken nodig? U weet mij te vinden.