Het gerechtshof in Leeuwarden oordeelde vorige week in hoger beroep dat Martijn niet verboden kan worden. De werkzaamheden van de vereniging zijn weliswaar in strijd met de openbare orde, maar van een dreigende maatschappelijke ontwrichting is geen sprake. De rechtbank in Assen verbood de club eerder nog wel.

Martijn werd direct na de uitspraak van de rechtbank ontbonden. Het OM vindt daarom dat Martijn niet in hoger beroep kon gaan, omdat de vereniging officieel niet meer bestond. Het gerechtshof vond dat dit wel kon, maar het is voor het OM één van de redenen om in cassatie te gaan. Daarnaast vindt justitie dat de ideeën van Martijn wel degelijk kunnen leiden tot ontwrichting van de samenleving. Ook daarover wil het OM de mening van de Hoge Raad weten.

Vereniging Martijn is al vanaf het begin van de oprichting begin jaren 80 omstreden. Het is naar eigen zeggen een „platform voor discussie over pedofilie”. De vereniging is voor „de sociale en maatschappelijke acceptatie van kinderen-ouderen-relaties”. De leden van Martijn willen af van het ‘dogma’ dat intieme relaties met volwassenen schadelijk zijn voor kinderen en jongeren. Dat dogma heeft de club in de afgelopen jaren echter nooit kwijt kunnen raken.

Het CDA en de ChristenUnie kondigden vorige week na de uitspraak van het gerechtshof aan waarschijnlijk verder te gaan met een initiatiefwetsvoorstel dat er toe moet leiden dat Martijn en eventuele toekomstige pedoclubs strafbaar worden gesteld.