Vrijwillig planten trekken op een grafheuvel in Lunteren
LUNTEREN – Vrijwilligers van de Archeologiewacht Ede gingen dit weekend flink aan de slag. Zaterdag verwijderden ze jonge boompjes en struiken van een prehistorische grafheuvel bij Lunteren.
De Archeologiewacht doet acht tot tien keer per jaar onderhoud op grafheuvels in de gemeente Ede, vooral rond Lunteren en Wekerom. „Boompjes zagen, berkjes uittrekken en snoeihout verslepen. In een paar uurtjes heb je een mooi resultaat. Dan ligt een grafheuvel niet langer verscholen”, zegt Irene Velthuis, die de vrijwilligers begeleidt. „De heuvel vertelt het verhaal van de eerste Lunterse boeren die hier hun akkertjes aanlegden, maar dan moet hij wel goed zichtbaar zijn.”
Velthuis is werkzaam voor de Archeologische Monumentenwacht, een landelijke stichting die waakt over de staat van onder meer grafheuvels.
Velthuis is blij met de hulp van de archeologiewachten die in de gemeenten Ede en Barneveld actief zijn op initiatief van haar organisatie en de Stichting Landschapsbeheer Gelderland. Grafheuvels zijn duizenden jaren oude begraafplaatsen, opgeworpen met zand of plaggen. Op de Veluwe liggen er ruim 700. „Zonder onderhoud groeien de grafheuvels al snel helemaal dicht”, aldus Velthuis. „De wortels van bomen, struiken en braam verstoren bovendien de archeologische sporen. Daarom verwijderen de vrijwilligers de wilde aangroei van Amerikaanse vogelkers, berk, braam en hulst. Het is echt handwerk, dat machines niet kunnen doen.”
De grafheuvels dateren van de periode van de late steentijd tot de ijzertijd (circa 3000 tot 12 voor Christus) en behoren tot de oudere resten van bewoning in Nederland. Velthuis: „De oudste heuvels waren bestemd voor één persoon. Later werden ze voor meerdere personen gebruikt. In grafheuvels zijn veel interessante vondsten gedaan: metalen siervoorwerpen, urnenpotten, begraven dieren en gebruiksvoorwerpen. Allemaal bewijs voor langdurig gebruik: geen grafheuvel is hetzelfde.”
Het is volgens Velthuis belangrijk de eeuwenoude heuvels in stand te houden omdat ze kenmerkend zijn voor de geschiedenis van de Veluwe. „Dat ze voor de prehistorische mens ook echt grafmonumenten waren, is bijvoorbeeld te zien aan de vaak markante ligging op een verhoging in het landschap. In die tijd was het landschap veel opener dan nu met meer heide dan bossen. De grafheuvels dienden waarschijnlijk ook als herkenningspunten. De prehistorische en ook latere middeleeuwse wegen die soms strak langs grafheuvels lopen, doen dat tenminste vermoeden. Behoud van grafheuvels staat voor behoud van de Gelderse geschiedenis. Behoud kan alleen met goed beheer.”
Coördinator Gerda Haagen van de Archeologiewacht Ede geeft de zes werkers van deze zaterdag vooraf instructie, op de grafheuvel bij de Goorsteeg in Lunteren. „Kijk goed uit bij het slepen met takken en struiken. Voorkom dat een braam goedemorgen zegt en in iemands oog prikt.” Een nieuwkomer ziet een deel van een stuwwal aan voor een grafheuvel. Haagen geeft snel informatie. „Grafheuvels zijn behoorlijk rond. Zo’n vorm is hier niet natuurlijk. Daaraan kun je ze herkennen.”
Tijdens een zaterdagochtend zijn er soms wel zes tot twaalf vrijwilligers aan de slag, zegt Haagen. „We doen het rustig aan, voor niemand is het betaald werk”, zegt Haagen. Zelf doet ze een kleine twee jaar mee met de opknapklussen. „Ik ben graag buiten bezig in het landschap. Vliegdennen uittrekken op de hei zou ook kunnen, maar dit heeft meerwaarde: een grafheuvel is niet zomaar een bultje, we behouden er ons erfgoed mee. Vroeger reed ik hier vaak over dit paadje met mijn pony. Er zijn nu al een paar grafheuvels beter zichtbaar. Ze kunnen nu iedereen die voorbijkomt herinneren aan het verre verleden van de Veluwe.”
Ook amateur-archeoloog Ton van Drunen uit Rhenen werkt deze zaterdag mee. Hij wijst naar het weiland achter de bosrand, een paar meters verderop. „Er zullen best grafheuvels vlak gemaakt zijn als een boer de grond nodig had als akker. Daarom is het goed de heuvels die er nog zijn te koesteren. Het gaat per slot van rekening om onze eigen geschiedenis.”