Dat blijkt uit een onderzoek van Intomart GFK, dat vrijdag door minister Jet Bussemaker van Onderwijs naar de Tweede Kamer is gestuurd. De minister gaat bekijken hoe zo’n website tot stand kan komen, schrijft ze.

Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de helft van de leerlingen (waarschijnlijk) bereid is om een lening af te sluiten voor de studie. Ruim een derde van de ouders geeft ook aan een lening af te willen sluiten als dat nodig is. Bijna een kwart van de ouders wil dit (waarschijnlijk) niet.

De leerlingen verwachten in de toekomst hun studie te kunnen betalen met een bijbaan en door niet op kamers te gaan. Veel leerlingen overwegen dicht bij huis te studeren, omdat de ov-jaarkaart wordt vervangen. Volgens het onderzoek zijn veel ouders en leerlingen onzeker, omdat de nieuwe regels nog niet duidelijk zijn.

Bussemaker schrijft die onzekerheid zo snel mogelijk weg te willen nemen. Ook wil ze zo duidelijk mogelijk gaan communiceren over het nieuwe stelsel. Haar aanpak daarvoor stuurt ze later dit jaar naar de Kamer, samen met het wetsvoorstel.

In de brief schrijft Bussemaker verder dat door het Centre for Higher Education Policy Studies een internationale vergelijking is gemaakt. Daaruit blijkt volgens de minister dat de effecten van de invoering van een leenstelsel beperkt en tijdelijk zijn.

Tenslotte deed ook het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een onderzoek, meldt Bussemaker. Daaruit kwam naar voren dat kinderen van ouders met een hoog inkomen vaker doorstromen naar het hoger onderwijs dan kinderen van ouders met een laag inkomen. Van de hoogste inkomensgroep gaan zelfs 2,3 keer zo veel jongeren studeren dan van de laagste inkomensgroep.

Bussemaker wil in 2014 een sociaal leenstelsel invoeren. Daardoor wordt de basisbeurs (nu een gift) afgeschaft en moet het collegegeld voortaan worden geleend. Na het behalen van het diploma moet de lening naar draagkracht worden terugbetaald.