Kabinet handhaaft vangstverbod wolhandkrab
DEN HAAG – De consument moet beschermd worden tegen te hoge gehalten aan dioxines en dioxineachtige pcb’s in het vlees van de wolhandkrab. Daarom houdt het kabinet tot verdriet van de vissers vast aan het vangstverbod in de grote rivieren.
In de regel voert het kabinet een door de Kamer aangenomen motie uit. Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) en minister Schippers (Volksgezondheid) maakten woensdag echter een uitzondering op die regel.
In een brief aan de Kamer leggen Dijksma en Schippers uit dat ze „na zorgvuldig beraad” hadden besloten geen gehoor te geven aan de motie-Dijkgraaf over de opheffing per 1 april van het vangstverbod voor wolhandkrabben in vervuilde wateren. Omwille van de volksgezondheid blijft het verbod „vooralsnog” in stand.
In 1997 lag de hele Kamer in een deuk toen minister Zalm (Financiën) riep dat de regering een motie over de ov-jaarkaart voor studenten niet zou uitvoeren. Zo’n besluit vergt dan ook een stevige motivatie.
In het geval van de wolhandkrab ligt die voor de hand: het bruine vlees van het diertje kan „extreem hoge gehalten aan dioxines en dioxineachtige pcb’s” bevatten. Door „het brede palet aan mogelijke schade, de ernst van die schade en het feit dat dioxines moeilijk uit het lichaam verdwijnen”, dreigen er volgens de bewindslieden „onaanvaardbare risico’s” voor de volksgezondheid. De consument moet daartegen worden beschermd. Dijksma en Schippers vinden dat mensen erop moeten kunnen vertrouwen dat voedsel veilig is.
Aangezien het witte vlees van de wolhandkrab prima te eten is, wilde de Kamer toch van het vangstverbod in vervuilde wateren af. SGP’er Dijkgraaf betoogde onlangs dat de vangst van wolhandkrab „essentieel” is voor de toekomst van de binnenvisserij. Als binnenvissers geen wolhandkrab mogen vangen en naar China exporteren, zullen velen snel failliet gaan.
In hun Kamerbrief schrijven Dijksma en Schippers echter dat de export naar China minimaal is. De vissers die door het vangstverbod zijn getroffen, zijn daarvoor inmiddels ook gecompenseerd.
Het argument van Dijkgraaf dat consumenten via een etiket kunnen worden gewaarschuwd voor de gezondheidsrisico’s van het bruine krabbenvlees vegen de bewindslieden van tafel. Etikettering biedt volgens hen onvoldoende garantie.
Dijkgraaf is teleurgesteld dat het kabinet zijn aangenomen motie niet uitvoert. „Krabben ons achter de oren hoe verder”, twitterde hij woensdagmiddag.
Hij gaat bij VVD, CDA, PVV, CU en 50PLUS peilen of ze achter zijn motie blijven staan. Volgens Dijkgraaf laat het kabinet een grote kans lopen om binnenvissers te helpen die het al uiterst moeilijk hebben.
D66’er Schouw reageerde juist opgelucht op het kabinetsbesluit. „Het is van de zotte dat de Kamer een voorstel indient dat een onaanvaardbaar risico is voor de gezondheid van consumenten. Gelukkig denkt de staatssecretaris daar net zo over.”