Geslaagde neuslanding
„Heel goed. Om uw diploma te halen, wacht nog slechts één opgave: vooruit inparkeren.”
De piloot in opleiding kijkt wat angstig, maar de instructeur wuift dat weg. „Kom kom, jij hebt een goede neus voor zoiets.”
Tja, wie ben je dan nog als leerling om tegen te spreken? Omlaag dus die stuurknuppel, volledig vertrouwen op de neus van je vliegtuig en niet verder kijken dan je eigen reukorgaan lang is.
Het moet gezegd: als dat de bedoeling was, is de prestatie van deze piloot het neusje van de zalm. Een goed geslaagde, beheerste neuslanding tussen twee transformatorhokjes, zoals gisteren een piloot in het noorden van Duitsland presteerde, lukt vast geen tweede keer. Slechts lichtgewond kwamen beide inzittenden het toestel uit.
Naar verluidt ging het echter niet om een verkeerd begrepen examenopdracht, maar speelden technische problemen het toestel parten. Maar ook dan geldt: de piloot is óf een wonderkind, óf hij viel met zijn neus in de boter.
Duidelijk is in beide gevallen dat een buiklanding de volgende keer de voorkeur verdient. Want het vliegtuig laat het ondubbelzinnig zien: wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht.