CU hoopt op veilige zone in noordoosten Syrië
SCHIPHOL (ANP) – De internationale gemeenschap zou met president Bashar al-Assad van Syrië naar een veilige zone in het noordoosten van zijn land moeten streven, in het gebied waar de Koerden zitten en waar een redelijke organisatie is. Dat zegt Joël Voordewind van de ChristenUnie maandag, net terug van een reis door het gebied.
Minderheidsgroepen als christenen hadden het onder Assad niet slechter dan anderen, maar ze zijn bang dat er straks een overgangsregering van moslims komt, waardoor ze wel slechter af zouden kunnen zijn, aldus het Kamerlid. Een veilige zone zou daarvoor een oplossing kunnen bieden.
Voordewind benadrukte verder dat er meer geld moet naar particuliere hulporganisaties in Syrië. Die gaan immers gewoon aan de slag zonder toestemming van Damascus, aldus Voordewind, in tegenstelling tot de Verenigde Naties, waar minister van Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen al meerdere keren aan heeft gedoneerd.
Ploumen is maandag op bezoek in Libanon en gaat naar de Syrische grens. „Door het geweld in Syrië vindt er een enorme gedwongen volksverhuizing plaats. Op dit moment zijn er ongeveer 400.000 Syrische vluchtelingen in Libanon en elke dag komen er duizenden bij”, aldus Ploumen. „Er is een groot tekort aan water, voedsel, medische voorzieningen en opvangmogelijkheden.”
Voordewind op zijn beurt is geschokt door de taferelen die hij zag aan met name de Syrische kant van de grens. „Er is een stuwmeer aan vluchtelingen die niet verder kunnen. Het is er een soort wildwest, met zelfs kinderen met revolvers en halve soldaten met raketwerpers over de schouders. Niemand heeft er het gezag.”’
Voordewind zag „hartverscheurende taferelen, een baby van wie de grootvader kort voor zijn geboorte is doodgeschoten en naar wie het kind nu is genoemd.”
Maandagavond is er op Nederland 2 een inzamelingsactie, S.O.S. Syrië. Vanuit Libanon roept Ploumen Nederlanders op hun hart te laten spreken en bij te dragen aan de actie. „Het dieptepunt van deze tragedie is nog niet in zicht. Extra hulp is nu nodig om een grotere ramp te voorkomen”, aldus de minister.