„Politie moet zich meer in jeugd verplaatsen”
DEN HAAG (ANP) – Overheden als de politie, het Openbaar Ministerie en burgemeesters moeten zich meer inleven in de belevingswereld van jongeren en zich meer in hun positie verplaatsen. Ze moeten ook alerter zijn op sociale media en meer oog hebben voor de feestcultuur en het soms massale alcoholgebruik van jongeren, zoals bij de rellen in Haren vorig jaar september.
Dat blijkt uit een reactie van minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) op het rapport van Job Cohen over de rellen in Haren. Opstelten stelt dat alle betrokken maatschappelijke instellingen voor de „grote opgave” staan om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen.
De onderzoekscommissie van Job Cohen concludeerde dat er een hiaat bestaat tussen de werkwijze van de autoriteiten en de belevingswereld van jongeren. „De commissie spreekt over de gegroeide feestcultuur en You Only Live Once (YOLO). Dat is de jongeren van harte gegund, tot dit ontspoort door alcoholmisbruik en drugs”, schrijft Opstelten in zijn brief aan de Kamer.
De aandacht voor sociale media als Twitter en Facebook wordt binnen de nationale politie op een „hoger niveau” gebracht, meldt Opstelten. „De ontwikkelingen binnen de sociale media zijn snel en fluïde, daarom is naast permanente alertheid ook innovatie van belang. De overheid kan het zich niet permitteren achter de feiten aan te lopen.”
De rellen in Haren hadden plaats op 21 september vorig jaar nadat een meisje in het Groningse dorp via Facebook een openbare uitnodiging had gestuurd voor haar 16e verjaardag. Daar kwamen duizenden jongeren op af, onder wie een groep relschoppers. Die richtten voor mogelijk 1 miljoen euro aan schade aan. De politie had de grootste moeite om ze uiteindelijk het dorp uit te jagen.
Opstelten schrijft dat het incident in Haren een ‘wake-up-call’ is geweest voor de autoriteiten. Het was voor het eerst dat Nederland „werd geconfronteerd met een combinatie van grote mobiliteit van jongeren, de dynamiek van de sociale media en massaal alcoholmisbruik”.