„Eurogroep had duidelijker moeten zijn”
DEN HAAG (ANP) – De eurogroep had 1,5 week geleden beter duidelijk moeten maken dat de eenmalige heffing op Cypriotische spaartegoeden niks te maken had met het Europese garantiestelsel op spaartegoeden. Minister van Financiën en eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem zei dat dinsdag in het Kamerdebat over Cyprus.
In het eerste reddingsplan voor Cyprus, dat later door het Cypriotische parlement werd afgestemd, werden alle Cypriotische spaartegoeden, ook die onder de 100.000 euro, aangeslagen met een heffing. In Europa ontstond daardoor de indruk dat spaargeld onder dat bedrag niet meer veilig was.
Met de „wijsheid achteraf” hadden hij en anderen in de persconferentie na het eerste akkoord beter duidelijk moeten maken dat dat niet het geval was, zei Dijsselbloem. „Achteraf hadden we moeten markeren dat het twee verschillende dingen waren.” Hij bleef wel bij zijn oordeel dat de vermogensheffing verdedigbaar is.
Maar doordat het Cypriotische parlement niet instemde, moesten de eurolanden een nieuwe deal sluiten met de regering van Cyprus. Daarin blijven de tegoeden tot 100.000 euro onaangetast, maar de spaarders bij de Laiki bank zijn hun geld boven dat bedrag kwijt en bij de Bank of Cyprus is het nog onzeker wat er gebeurt met tegoeden boven 100.000 euro.
Spaartegoeden in de eurozone blijven intussen gegarandeerd tot 100.000 euro, zei Dijsselbloem, maar dat is wel een garantie die elk land zelf moet dragen. In Cyprus was dat niet meer mogelijk. Als de eurozone niet had ingegrepen, waren de banken op Cyprus omgevallen en waren alle spaarders hun geld kwijt geraakt, zei Dijsselbloem.