Getuigenis
De Vereniging Reformatorisch getuigenis in het Commerciële Leven bestaat een halve eeuw. Ik heb het altijd opmerkelijk gevonden dat het woord getuigenis met een kleine g wordt geschreven en dat die letter in de afkorting van de verenigingsnaam zelfs ontbreekt. Dat betekent niet dat het getuigenis tijdens het praten over de business wordt gemist. „We mogen ook met elkaar spreken over hoe de Heere Zijn wegen met Zijn volk gaat”, vertelde de nieuwe voorzitter van de VRCL in deze krant. Dat is mooi. Maar naar buiten toe maakt het denk ik weinig indruk. Ook daarvoor moet toch iets te bedenken zijn. Ik heb wellicht een tip.
In dezelfde krant stond een kritisch artikel over de voorgenomen korting op de uitkering voor nabestaanden. Als trouwe SGP-stemmer had ik er een wat dubbel gevoel bij. Het eerste beginselprogramma van mijn partij schenkt klare wijn over de taak van de overheid. De verzorging der armen hoort daar volgens ds. G. H. Kersten niet bij. Vandaar dat hij de herziene invaliditeitswet scherp bestreed. Ook zijn opvolgers in de Tweede Kamer keerden zich tegen sociale voorzieningen. Elke burger moest zijn eigen broek zien op te houden. Als dat niet lukte, dienden familieleden en geloofsgenoten hun taak te verstaan. Met de huidige versobering van de verzorgingsstaat behoor ik dus blij te zijn.
Nu ben ik op dit gebied altijd een enigszins afwijkende SGP’er geweest. Net als de hedendaagse SGP-politici. Die zien voor de overheid een taak als schild der zwakken weggelegd, evenals Kerstens tegenstanders van destijds. Probleem is dat het schild overbelast raakt. Je hoeft geen professor te zijn om dat te zien. We zullen met elkaar weer moeten leren om ons geld niet aan allerlei luxe op te maken, maar een potje te vormen voor ziekte en zorg in eigen leven. En dat van anderen.
Gelukkig behoren we niet meer tot de kleine luyden. Er zit behoorlijk wat geld in onze kring, zeker bij de leden van de VRCL. Het feit dat je veel verdient, betekent niet dat je meer aan jezelf moet uitgeven. Een hoog inkomen vergroot je mogelijkheden om anderen bij te staan, bijvoorbeeld weduwen en wezen. Dat is volgens Jakobus wezenlijk voor de zuivere godsdienst. Net als matigheid, volgens Paulus een van de belangrijkste kenmerken van Gods volk.
Dat breng me bij de tip. Als we ons met z’n allen eens gaan houden aan Paulus’ advies vergenoegd te zijn met voedsel en deksel, en een fors deel van wat we daarboven ontvangen in een fonds voor nooddruftigen storten. Dan hoeven de nabestaanden zich geen zorgen te maken. En de reformatorische zakenlieden zouden er een getuigenis met tien hoofdletters mee geven. Zeker in het Commerciële Leven!